Samenvatting
Zuigen is voor baby’s van levensbelang om voedingsstoffen binnen te krijgen en wordt al in de baarmoeder ontwikkeld. In eerste instantie is aan de duim zuigen dan ook een reflex. Later, als de reflex verdwijnt, kan het overgaan in een gewoonte. Als een kindje frequent en lang duim/vingers in de mond heeft, kan dit leiden tot een afwijkende anatomie van de kaken, problemen met praten, mondademhaling en een habituele open-mondhouding met gezondheidsproblemen. Een fopspeen geven kan het afleren van duimzuigen vergemakkelijken, maar sommige kinderen gaan bij de afwezigheid van een fopspeen weer over op duim- of vingerzuigen. Hoe helpen we ouders de gewoonte bij hun kind af te leren en zijn er alternatieven?
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Dr. D. L. Gambon (RU Utrecht, 1986) is tandarts-pedodontoloog te Rotterdam. Zij doet onderzoek op de afdeling Orale biochemie van ACTA.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Gambon, D. Duimzuigen. Tandartsprakt 38, 17–23 (2017). https://doi.org/10.1007/s12496-017-0076-9
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12496-017-0076-9