Samenvatting
De behandeling van parodontitis bij molaren met furcatieproblemen vormt een uitdaging voor de behandelaar. Dit komt door de complexe anatomie, moeilijke bereikbaarheid en daardoor ook beperkte reinigbaarheid van het furcatiegebied door zowel de professional als de patiënt. Uit onderzoek blijkt dat molaren met furcatieproblemen minder gunstig reageren op niet-chirurgische parodontale therapie dan molaren zonder furcatieproblemen.1 Dit zorgt voor een slechtere prognose van deze elementen. Mede door de komst van implantaten zijn tandartsen sneller geneigd tot extractie van deze elementen. Toch zijn er, ondanks de furcatieproblematiek, verschillende alternatieve behandelingen mogelijk. Dit artikel geeft een overzicht van die mogelijkheden en welke overwegingen een rol spelen bij de keuze van behandeling.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Anneriek de Vries is master 3-student aan het CTM/UMCG.
Anna Louropoulou Msc werkt als parodontoloog-implantoloog in de Kliniek voor Parodontologie te Rotterdam en als onderzoeker en docent bij de sectie Parodontologie van het ACTA.
De lijst van referenties behorende bij dit artikel zijn op te vragen via het mailadres <redactie-tp@planet.nl>
Rights and permissions
About this article
Cite this article
de Vries, A., Louropoulou, A. Furcatieproblemen. TANDARTSPRAKTIJK 36, 26–29 (2015). https://doi.org/10.1007/s12496-015-0008-5
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12496-015-0008-5