In december 2022 heeft de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) het integrale consensusdocument 'Kwaliteitscriteria voor optimale en doelmatige inzet diabeteshulpmiddelen' gepubliceerd in de NDF Toolkit Persoonsgerichte Diabeteszorg en preventie. Waar voorheen de hulpmiddelen in opzichzelfstaande documenten werden beschreven, is dit nu samengevoegd in één document. Waar mogelijk heeft direct een update plaatsgevonden; verdere herzieningen zijn gepland voor dit jaar. Het consensusdocument is tot stand gekomen in nauw overleg met alle veldpartijen in de diabeteszorg en beschrijft kwaliteits- en doelmatigheidscriteria om te komen tot doelmatige inzet van diabeteshulpmiddelen. De NDF is redacteur van het document. De kwaliteitscriteria geven antwoord op de vraag hoe de zorg rondom zes typen diabeteshulpmiddelen eruit zou moeten zien en welke consequenties dit vervolgens heeft voor de organisatie en infrastructuur van de zorg. Het consensusdocument is bedoeld voor professionals die in hun werk te maken hebben met mensen met diabetes en draagt bij aan het leveren van zorg op maat. Ook voor beleidsmedewerkers, kwaliteitsmanagers, verzekeraars en de overheid is dit document relevant om kennis van te nemen.

Overzichtelijk in de spreekkamer

In het consensusdocument zijn zes overzichtskaarten opgenomen: 1. Bloedglucosemeter en teststrips, 2. Sensortechnologie (CGM en FGM), 3. Insulinepennen, 4. Insulinepomptherapie, 5. Hybride 'closed-loop'-systemen en 6. Ketonen-teststrips. De kaarten informeren per hulpmiddel kort en bondig over indicatiestelling, start-, continuerings- en stopcriteria, en over instructie en educatie van de patiënt. De keuze voor het hulpmiddel moet passen bij de concrete, individuele behandeldoelen die in overleg met de patiënt worden vastgesteld. Bij de keuze voor een hulpmiddel moet daarom in de eerste plaats worden gekeken naar de indicatiecriteria die in de richtlijnen van de behandelaars zijn vastgesteld en eventuele aanvullende voorwaarden die gelden om met een hulpmiddel te mogen starten. Dit zijn de richtlijnen van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV), de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), het NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) en V&VN diabeteszorg. Voor FGM wordt aangesloten bij de indicaties van Zorginstituut Nederland.

Voor alle diabeteshulpmiddelen is omschreven waaraan moet worden voldaan om met het desbetreffende hulpmiddel te kunnen starten (startcriteria). Nadat het hulpmiddel door de patiënt in gebruik is genomen, moet worden gemonitord dat afspraken worden nagekomen en dat de inzet van het desbetreffende hulpmiddel bijdraagt aan het halen van de behandeldoelen (continuering gebruik). De inzet van diabeteshulpmiddelen veronderstelt dus dat er een behandeldoel is vastgesteld. Het algemene doel van de diabetesbehandeling is het optimaliseren van de bloedglucoseregulatie. Daarnaast worden per patiënt individuele doelen opgesteld. Deze individuele behandeldoelen worden door de patiënt/ouder en zorgverleners in gezamenlijkheid geformuleerd en adequaat vastgelegd.

Er kunnen zich omstandigheden voordoen waaronder de inzet van een bepaald hulpmiddel niet meer doelmatig is (stopcriteria). In dat geval is stopzetting van het gebruik van het hulpmiddel aangewezen en doet de vraag zich voor of de inzet van een ander hulpmiddel is aangewezen; een vraag die mede beantwoord dient te worden aan de hand van de startcriteria die voor dat andere hulpmiddel zijn vastgesteld.

Instructie en educatie

Onder alle omstandigheden geldt dat een diabeteshulpmiddel op de juiste wijze door een patiënt wordt gebruikt. Het moet zijn vastgesteld dat de patiënt (of diens ouders) beschikt over voldoende kennis, vaardigheden en competenties. Daartoe zijn adequate instructies nodig en is (continue) educatie van belang. Zelfmanagementeducatie is een interactief doorlopend proces tussen de zorgverlener en de individuele patiënt.

Voor bepaalde diabeteshulpmiddelen geldt dat mensen met diabetes en/of hun ouders over specifieke competenties moeten beschikken. Dit kan ook zo zijn voor het behandelteam. Naast de algemene competenties waarover het behandelteam dient te beschikken, zijn voor sommige categorieën aanvullende competenties nodig zijn om mensen met diabetes te kunnen ondersteunen bij de inzet van het desbetreffende hulpmiddel.

Up-to-date houden

Het document vervangt eerdere consensusdocumenten voor specifiek insulinepomptherapie (2015), bloedglucosemeting (2017), en FGM en CGM (2020). Aan het integrale document is ook een onderhoudsplan toegevoegd. Daardoor zullen in de toekomst nieuwe ontwikkelingen kunnen worden geïntegreerd zonder dat daarvoor een heel nieuw document moet worden geschreven. De ontwikkelingen rond diabeteshulpmiddelen staan namelijk zeker niet stil. Er komen met regelmaat nieuwe en/of verder doorontwikkelde hulpmiddelen op de markt. ICT-oplossingen spelen daarbij een grote rol. Op het gebied van connectiviteit vinden veel innovaties plaats, waardoor er steeds meer mogelijkheden beschikbaar komen om systemen die glucosewaarden meten te koppelen aan systemen voor insulinetoediening. Voorbeelden hiervan zijn de slimme insulinepen en de hybride 'closed loop'-systemen. Ook de rol van data die met behulp van diabeteshulpmiddelen worden verzameld, wordt steeds groter bij de behandeling. Het (op afstand kunnen) aflezen van meet- en toedieningssystemen levert waardevolle informatie op over de frequentie en duur van hypoglykemie, hyperglykemie en de periodes waarin de bloedglucosewaarden van de patiënt zich binnen de streefwaarden bevinden (Time In Range, TIR). NDF heeft, in overleg met alle betrokken partijen en Zorginstituut Nederland, besloten het consensusdocument te publiceren in de NDF Toolkit Persoonsgerichte Diabeteszorg en preventie.1 Op deze wijze zijn de kwaliteitscriteria zonder extra vertraging openbaar en bruikbaar gemaakt voor zorgverleners, mensen met diabetes, beleidsmedewerkers, kwaliteitsmanagers, verzekeraars en de overheid. Bij de eerstvolgende herziening zal ook de informatieparagraaf worden ontwikkeld en gelijktijdig met de herziening worden aangeboden aan het Zorginstituut Nederland.

Het consensusdocument is opgesteld in samenwerking met Diabetesvereniging Nederland (DVN), Diabetes Huisartsen Advies groep (DiHAG), Beroepsvereniging Verzorgenden & Verpleegkundigen Diabeteszorg (V&VN Diabeteszorg), Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD/ DNO), Nederlandse Internisten Vereniging (NIV), Nederlandse Vereniging Kindergeneeskunde (NVK), Nederlandse Instituut van Psychologen (NIP), Federatie van Technologiebranches (FHI), Diagnostica Associatie Nederland (Diagned) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN), onder redactie van de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF).

Ties Obers, beleidsmedewerker belangenbehartiging bij DVN: 'Het is goed dat er een centrale plek is waar verschillende regels en afspraken rond de inzet van diabeteshulpmiddelen terug te vinden zijn. Voor iedereen die betrokken is binnen het diabetesveld, maar ook voor patiënten. Wanneer zij met vragen over vergoedingen en procedures bij ons komen, kunnen wij als DVN terugvallen op het consensusdocument en − indien nodig − ook de mensen zelf hiernaar verwijzen. Ontwikkelingen gaan hard: er is altijd ruimte voor verbetering en voor een herziening of aanvulling wanneer er nieuwe hulpmiddelen komen die de gezondheid en kwaliteit van leven kunnen verhogen. Als DVN blijven we dan ook nauw betrokken; bij nieuwe ontwikkelingen, bij de mensen met diabetes en bij de totstandkoming van dit soort kwaliteitsdocumenten die goede diabeteszorg bevorderen.'

Misja Sprengers, verpleegkundig specialist diabeteszorg, Amsterdam UMC: 'Zelf maak ik regelmatig gebruik van het integrale consensusdocument van de NDF. Het is heel fijn om terug te kunnen vallen op een landelijk gedragen document dat door veel zorgverleners en diabetesinstanties is samengesteld. Het document geeft een goed overzicht van alle hulpmiddelen. Hierdoor voel ik me vaak sterker en zekerder in de spreekkamer.'

Referenties

  1. 1

    https://diabetesfederatie.nl/ndf-toolkit-persoonsgerichte-diabeteszorg

  2. 2

    https://diabetesfederatie.nl/ndf-toolkit-persoonsgerichte-diabeteszorg/persoonsgerichte-hulpmiddelenzorg