Samenvatting
Hutschemaekers GJ, Witteman CL, Rutjes J, Claes L, Lucassen P, Kaasenbrood A. Huisarts versus psychiater bij depressieve klachten. Huisarts Wet 2015;58(3):126-9.
Achtergrond
Er is behoefte aan duidelijkheid over de aansluiting tussen de generalistische en de specialistische zorg op het gebied van psychiatrische problematiek. Onderzoek wijst uit dat huisartsen depressieve symptomen minder goed herkennen en de ernst ervan vaak onderschatten. Wij onderzochten op welke manier huisartsen en psychiaters tot hun oordeel komen bij patiënten met depressieve klachten, en voor welke diagnostiek en behandeling zij dan kiezen.
Methode
Wij vroegen 25 huisartsen en 26 psychiaters om online vier casussen te beoordelen en steeds het best passende beleid te kiezen. Iedere casus bevatte 15 hyperlinks naar verschillende categorieën aanvullende informatie. Door het klikgedrag van de deelnemers te monitoren konden wij nagaan hoe zij tot hun oordeel kwamen.
Resultaten
De deelnemers waren eensgezind over de ernst van de problematiek, maar de psychiaters kozen vaker voor psycho-educatie en medicatie door een psychiater of klinisch psycholoog, waar de huisartsen vaker kozen voor een huisarts of maatschappelijk werker. De huisartsen hadden voor hun oordeel veel minder tijd nodig dan de psychiaters en klikten veel minder vaak door naar diepere informatielagen. Huisartsen gingen vooral op zoek naar de sociale context, psychiaters naar de symptoomgeschiedenis.
Conclusie
De huisartsen en psychiaters in ons onderzoek oordeelden inderdaad verschillend over dezelfde depressieve klachten. Deze verschillen zijn echter functioneel en sluiten aan bij de taak die beide disciplines in de zorg vervullen: de generalistische poortwachter versus de specialistische achterwacht. Meer overeenstemming zou de kwaliteit van de zorg niet verbeteren.
Literatuur
Hutschemaekers G, Tiemens B, Smit A. Weg van professionalisering: Paradoxale bewegingen in de geestelijke gezondheidszorg. Wolfheze: GRIP-De Gelderse Roos, 2006.
Donohoe MT. Comparing generalist and specialty care: discrepancies, deficiencies, and excesses. Arch Intern Med 1998;158:1596–608.
Mechanic D. Treating mental illness: generalist versus specialist. Health Aff 1990;9:61–74.
Mitchell A, Vaze A, Rao S. Clinical diagnosis of depression in primary care: a meta-analysis. Lancet 2009;374:609–19.
Verhaak PF, Prins MA, Spreeuwenberg P, Draaisma S, Van Balkom TJ, Bensing JM, et al. Receiving treatment for common mental disorders. Gen Hosp Psychiatry 2009;31:46–55.
Verhaak PFM. Geestelijke Gezondheidszorg in de huisartspraktijk: Psychiatriseren of normaliseren? [inaugurele rede]. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, 2011.
Van Weel C. Context en medisch handelen: Een visie vanuit de huisartspraktijk. Huisarts Wet 2001;11:494–7.
Finlay I, Cayton H, Dixon A, Freeman G, Haslam D, Hollins S, et al. Guiding patients through complexity: Modern medical generalism. London: Royal College of General Practitioners/Health Foundation, 2011.
Hutschemaekers G, Tiemens B, Kaasenbrood A. Roles of psychiatrists and other professionals in mental healthcare: results of a formal group judgement method among mental health professionals. Br J Psychiatry 2005;187:173–9.
Wilkinson G. A comparison of psychiatric decision-making by trainee general practitioners and trainee psychiatrists using a simulated consultation model. Psychol Med 1988;18:167–77.
Tiemens B. Management of mental health problems in primary care [Proefschrift]. Groningen: University of Groningen, 1999.
Gerritsma JGM, Smal JA. De werkwijze van huisarts en internist: Een vergelijkend onderzoek met behulp van een interactieve patiëntensimulatie. Utrecht: Bunge, 1982.
Van Dyck R. GGZ in de eerste en tweede lijn: de symptomen voorbij? Amsterdam: Vrije Universiteit, 2007.
Fournier JC, DuRubeis RJ, Hollon SD, Dimidjian S, Amsterdam JD, Shelton RC. Antidepressant drug effect and depression severity. JAMA 2010;303:47–53.
Wang J, Langille DB, Patten SB. Mental health services received by depressed persons who visited general practitioners and family doctors. Psychiatr Serv 2003;54:878–83.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Additional information
Radboudumc, Behavioural Science Institute, Postbus 9104, 6500 HE Nijmegen: prof.dr. G.J.M Hutschemaekers, hoogleraar Geestelijke gezondheidszorg (tevens hoofd zorgprogramma basiszorg, Pro Persona, Wolfheze); prof.dr. C.LM Witteman, hoogleraar Diagnostische besluitvorming. Pro Persona, Wolfheze: J. Rutjes, gz-psycholoog; dr. A. Kaasenbrood, psychiater. KU Leuven, faculteit Psychologie: prof.dr. L. Claes, hoogleraar Klinische psychologie. Radboudumc, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen: dr. P.L.B.J. Lucassen, huisarts-onderzoeker • Correspondentie: g.hutschemaekers@psych.ru.nl • Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd als: Hutschemaekers GJ, Witteman CL, Rutjes J, Claes L, Lucassen P, Kaasenbrood A. Different answers to different questions: exploring clinical decision making by general practitioners and psychiatrists about depressed patients. Gen Hosp Psychiatry 2014;36:425-30. Publicatie gebeurt met toestemming van de uitgever.
About this article
Cite this article
Hutschemaekers, G., Witteman, C., Rutjes, J. et al. Huisarts versus psychiater bij depressieve klachten. HUISARTS WETENSCHAP 58, 126–129 (2015). https://doi.org/10.1007/s12445-015-0075-8
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12445-015-0075-8