Skip to main content
Log in

Urticaria en angio-oedeem

  • Published:
Bijblijven

Samenvatting

Urticaria of netelroos wordt gekenmerkt door jeukende, licht verheven verspringende kwaddels (galbulten). Soms gaat de aandoening gepaard met zwelling in de diepere huidlagen. Dat is angio-oedeem. Angio-oedeem komt echter ook voor zonder oppervlakkige huidverschijnselen (urticaria).

Urticaria wordt onderscheiden in acute (recidiverende) urticaria, vaak veroorzaakt door exogene oorzaken en in chronische spontane urticaria, soms uitgelokt door warmte, koude of druk, maar meestal veroorzaakt door een auto-immuun fenomeen. De aandoening is meestal passagère, maar kan soms ook jaren achtereen aanwezig zijn en een ernstige handicap voor de patiënt vormen. De diagnose berust vooral op de anamnese en het huidbeeld. Als behandeling zijn antihistaminica zelfs in hoge doses vaak niet voldoende effectief, zodat aanvullende medicatie nodig is.

Met behulp van scorelijsten kunnen bij het begin van de behandeling de ernst van de verschijnselen en eventuele bijwerkingen van medicatie worden vastgelegd.

Angio-oedeem zonder urticaria berust vaak op een bijwerking van ACE-remmers. Een bijzondere (erfelijke) vorm is het heriditair angio-oedeem (HAE). Antihistaminica helpen hierbij niet. Er zijn andere middelen effectief. De patiëntenvereniging van HAE-patiënten biedt steun via lotgenotencontact.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Figuur 1
Figuur 2

Notes

  1. H1-antihistaminica zijn de bekende middelen die bij hooikoorts ook gebruikt worden. Ze worden zo genoemd omdat ze de H1-histamine-receptor blokkeren. H2-antihistaminica zijn middelen die worden gebruikt als maagzuurremmers zoals ranitidine. Deze middelen blokkeren vooral de H2-histamine-receptor. Ook deze middelen hebben effect bij urticaria, zij het minder dan de H1-medicijnen.

Literatuur

  1. Mekkes JR. In: Bruijnzeel-Koomen et al (red.). Handboek Allergologie. Urticaria. Utrecht: De Tijdstroom; 2008.

    Google Scholar 

  2. Sabroe RA. Acute urticaria. Immunol Allergy Clin North Am. 2014;34(1):11–21.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  3. Hennino A, et al. Pathophysiology of urticaria. Clin Rev Allergy Immunol. 2006;30(1):3–11.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  4. Kirchhoff B, et al. Acetylsalicylic acid-additive intolerance phenomenon in chronic recurring urticaria. Dermatol Monatsschr. 1982;168:513–9.

    Google Scholar 

  5. Urgert MC, et al. Samenvatting richtlijn Chronisch spontane urticaria. Ned Tijdschr Dermatol Venerol. 2016;26:2–6.

    Google Scholar 

  6. Wedi B, et al. Urticaria und die Therapie versagt. Hautartzt. 2013;64:656–63.

    Article  CAS  Google Scholar 

  7. Zuberbier T, et al. Methods report on the development of the 2013 revision and update of the EAACI/GA 2LEN/EDF/WAO guideline for the definition, classification, diagnosis and management of urticaria. Allergy. 2014;69:e1–e29.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  8. Monchy J de, et al. Het Groningse urticariagroepsspreekuur, een eerste evaluatie. Ned Tijdschr Allerg Astma. 2015;15:64–70.

    Google Scholar 

  9. Maurer M, et al. Omalizumab for chronic urticaria. N Engl J Med. 2013;368:2530.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  10. Bowen T, et al. 2010 International consensus algorithm for the diagnosis, therapy and management of hereditary angioedema. Allergy Asthma Clin Immunol. 2010;6:24.

    Article  PubMed  PubMed Central  Google Scholar 

  11. Bas M. A randomised trial of Icatibant in ACE-inhibitor induced angioedema. N Engl J Med. 2015;372:418–25.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  12. Zuraw B. A focussed parameter update: hereditary angioedema acquired C1 inhibitor deficiency and angiotensin converting enzyme inhibitor-associated angioedema. J Allergy Clin Immunol. 2013;131:1491–3.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  13. Hemels M. Aanvallen van angio-oedeem bij kinderen door C1 esterase remmer deficiëntie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:631–4.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Corresponding author

Correspondence to Jan de Monchy.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Check for updates. Verify currency and authenticity via CrossMark

Cite this article

de Monchy, J. Urticaria en angio-oedeem. Bijblijven 33, 437–444 (2017). https://doi.org/10.1007/s12414-017-0238-6

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/s12414-017-0238-6

Navigation