Samenvatting
Duizeligheid en flauwvallen komen regelmatig voor en geven vaak zorgen bij de patiënt die daarin een reden ziet de huisarts te consulteren. In een meerderheid van de gevallen (53-72%) komt de huisarts tot een symptoomdiagnose. Het vertigineus syndroom (benigne paroxismale positieduizeligheid, labyrintitis, neuritis vestibularis en de ziekte van Ménière) vormt de einddiagnose bij ongeveer 20% van de patiënten met duizeligheid, maar wordt zelden gediagnosticeerd indien de patiënt zich presenteert met flauwvallen.
Literatuur
Okkes IM, Oskam SK, Boven K van, Lamberts H. EFP. Episodes of Care in Family Practice. Epidemiological data based on the routine use of the International Classification of Primary Care (ICPC) in the Transition Project of the Academic Medical Center/University of Amsterdam (1995-2003). In: Okkes IM, Oskam SK, Lamberts H (eds). ICPC in the Amsterdam Transition Project. Amsterdam (cd-rom).
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Dr. A.A. Uijen en dr. C. van Boven
onderzoeker afdeling Eerstelijnsgeneeskunde UMC St Radboud, Nijmegen; huisarts te Oosterhout
onderzoeker afdeling Eerstelijnsgeneeskunde UMC St Radboud, Nijmegen; huisarts te Franeker
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Uijen, A., van Boven, C. Epidemiologie van duizeligheid en flauwvallen. Bijblijven 29, 7–11 (2013). https://doi.org/10.1007/s12414-013-0056-4
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12414-013-0056-4