Samenvatting
Preventie van HVZ voorkomt ernstige morbiditeit en stelt mortaliteit uit. Een indicatie voor medicamenteuze behandeling betekent dat de voordelen voor de individuele patiënt opwegen tegen de kosten voor de maatschappij. Preventie van HVZ is geen garantie voor goede gezondheid, en verplicht evenmin tot medicatie. Leefstijlbehandeling is essentieel; hier dient voldoende tijd voor te worden genomen. Streefwaarden hebben een relatief nut. Juist de patiënt die de streefwaarden nooit zal bereiken heeft de meeste zorg nodig. Er wordt een stroomdiagram geïntroduceerd waarin variabele streefwaarden op geleide van patiëntkarakteristieken worden toegepast. Voor beoordeling van de kwaliteit van CVRM is een individueel behandelplan essentieel.
Notes
NB: de risicotabel kan alleen gebruikt worden als de patiënt géén HVZ heeft (primaire preventie).
QALY staat voor Quality Adjusted Life Years, ofwel ‘gewonnen levensjaren in goede gezondheid’ QALY 1 = volledig goede gezondheid, QALY 0 = dood. QALY 0,5 = door de patiënt zelf gerapporteerde waarde als de helft van volledig goede gezondheid.
De berekening. Bij een 10-jaarsrisico op HVZ van 20% is het NNT 10, dus moeten 10 mensen gedurende 10 jaar worden behandeld om 1 HVZ te voorkomen = 100 patiëntjaren. Eén HVZ voorkomen geeft geen volledige QALY-winst: integendeel, de door patiënten zelf gerapporteerde kwaliteit van leven met een verhoogd 10-jaarsrisico op HVZ (primaire preventie) is 0,86-0,94 QALY (tabel 15, CVRM-standaard). Een jaar na een doorgemaakte HVZ rapporteren patiënten een QALY-score van 0,66-0,76. Een hartinfarct of een CVA geeft na een jaar dus een verlies van ± 0,20 QALY. Er moet dan bij 5 mensen een HVZ worden voorkomen om 1 QALY te winnen = 20.000 euro/5 = 4000 euro per vermeden HVZ, dat vergt 100 patiëntjaren = 4000 euro/100 = 40 euro/behandelde patiënt/jaar.
Ter illustratie: een patiënt met een 10-jaarsrisico op HVZ van 25% en een LDL van 5 mmol/L die behandeld wordt met simvastatine 40 mg, behaalt een LDL van 3,2 mmol/L, dat is een daling van 1,8 mmol/l en heeft daarmee dus een reductie van het risico op HVZ bewerkstelligd van 36%. Er resteert dan een risico van 100% – 36% = 64% van 25% = 16%. Winst: 9% daling van het absolute risico op HVZ. Verdere daling van het LDL van 3,3 mmol/L naar 2,5 mmol/L door middel van rosuvastatine 40 mg of atorvastatine 80 mg (additionele LDL-verlaging 0,8 mmol/L) geeft dan een additionele winst van slechts 16% van 16% = 2,6%
Literatuur
Konings KTS (red). Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (herziening (2011), 2011; ook verschenen als NHG-Standaard M84 Cardiovasculair risicomanagement. Huisarts Wet 2012.
Odden M, et al. Rethinking the association of high blood pressure with mortality in elderly adults: the impact of frailty. Arch Int Med 2012;172(15):1162–8.
Poortvliet R, et al. Blood pressure trends and mortality: the Leiden 85-plus study. J Hypertens 2013;31(1):63–70.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
kaderhuisarts hart- en vaatziekten (HVZ), redacteur multidisciplinaire richtlijn/NHG-Standaard CVRM
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Konings, K. Achtergronden en handvatten voor gebruik van de risicotabel bij CVRM bij de individuele patiënt. Bijblijven 29, 15–22 (2013). https://doi.org/10.1007/s12414-013-0050-x
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12414-013-0050-x