Samenvatting
De inzichten in de uitingsvormen van en onderzoekstechnieken naar erfelijke hartaandoeningen ontwikkelen zich in hoog tempo. Dit heeft te maken met de toenemende kennis door wetenschappelijk onderzoek naar de genetica van de erfelijke hartaandoeningen. Zo werd bijvoorbeeld ruim zes jaar geleden nog geen DNA-onderzoek aangeboden naar aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie (ARVC), terwijl nu bij 90% van de Nederlandse patiënten met familiaire ARVC een pathogene mutatie wordt gevonden. Steeds meer hartpatiënten en hun families komen hierdoor in aanraking met de (potentiële) erfelijkheid van een hartaandoening. In de meeste universitaire ziekenhuizen is tegenwoordig een polikliniek cardiogenetica te vinden. Hier werken de cardiologie en de klinische genetica samen in de zorg rondom de families met een (potentieel) erfelijke hartaandoening. Dit zijn families waarin plotse dood op jonge leeftijd, een cardiomyopathie of een primair elektrische hartziekte voorkomt. Kenmerkend voor de erfelijke hartaandoeningen is dat bij het vroegtijdig identificeren van een (risico)drager cardiologische controle kan plaatsvinden en een ziekte in een vroegtijdig stadium kan worden opgespoord. De laatste jaren zien cardiologen steeds meer mensen voor controle op hun spreekuur die, op basis van (risico)dragerschap, een verhoogde kans hebben op het krijgen van een hartaandoening, terwijl er (nog) geen behandeling plaatsvindt. Wel kunnen preventieve maatregelen worden genomen. De gezondheidswinst zit uiteindelijk in het starten van een vroegtijdige behandeling, waardoor het ziekteverloop gunstig kan worden beïnvloed.
Presymptomatische diagnostiek naar dragerschap van de aanleg voor een erfelijke hartaandoening bij volwassenen en kinderen vergt zorgvuldige gesprekken met een genetisch counselor. In deze gesprekken wordt voorlichting gegeven over het ziektebeeld en wordt uitvoerig stilgestaan bij de consequenties van dergelijk voorspellend onderzoek. Extra betrokkenheid en begeleiding door een maatschappelijk werker/psycholoog is in voorkomende situaties aangewezen.
De huisarts is de spil in de zorg rondom een patiënt met een (potentieel) erfelijke hartaandoening of een familielid dat vragen heeft over de consequenties van een in de familie voorkomende hartaandoening of plots overlijden op jonge leeftijd. De huisarts kan een belangrijke rol spelen in het verwijzen van dergelijke families, maar ook al eerder, met name in de eerste fase na plotseling overlijden op jonge leeftijd.
Literatuur
Campbell RM, Berger S, Drezner J. Sudden cardiac arrest in children and young athletes: the importance of a detailed personal and family history in the pre-participation evaluation. Br J Sports Med 2009;43:336–41.
Crotti L. Genetic predisposition to sudden cardiac death. Curr Opinion Cardiol 2011;26:46–50.
Watkins H, Houman Ashrafian BM, Phil D, Redwood C. Inherited cardiomyopathies. New Engl J Med 2011;364:1643–56.
Marcus FI, McKenna WJ, Sherrill D, Basso C, Bauce B, Bluemke DA, et al. Diagnosis of arrhythmogenic right ventricular cardiomyopathy/dysplasia: proposed modification of the Task Force criteria. Eur Heart J (E-pub ahead of print 19 February 2010).
Barc J, Briec F, Schmitt S, Kyndt F, Le Cunff M, Baron E, et al. Screening for copy number variation in genes associated with the long QT syndrome. J Am Coll Cardiol 2011;57:40–7.
Brugada R. Sudden death: managing the family, the role of genetics. Heart 2011;97:676–81.
Hofman N, Langen IM van, Wilde AAM. Genetic counseling and testing in cardiovascular disease in the Netherlands, Curr Opinion Cardiol 2010;25(3): 243–8.
Tintelen JP, Hofstra RMW, Wiesfeld ACP, Berg MP van den, Hauer RNW, Jongbloed JDH. Arrhythmogenic right ventricular cardiomyopathie Curr Opinion Cardiol 2007;22:185–92.
Cox MGPJ, Zwaag PA van der, Werf C van der, Smagt JJ van der, Noorman M, Bhuiyan ZA, et al. Arrhythmogenic right ventricular dysplasia/ cardiomyopathy, pathogenic desmosome mutations in index-patients predict outcome of family screening: Dutch arrhythmogenic right ventricular dysplasia/ cardiomyopathy genotype-phenotype follow-up study. Circulation 2011;123:2690–2700.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Genetisch consulent
Klinisch geneticus
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Berkenbosch-Nieuwhof, K., Marcelis, C.L.M. De genetica van plotse dood en erfelijke hartaandoeningen: het belang voor de familie en de rol van de huisarts. Bijblijven 27, 27–33 (2011). https://doi.org/10.1007/s12414-011-0076-x
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12414-011-0076-x