Samenvatting
Sinds 1999 beoordeelt de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) bepaalde categorieën aangiften van seksueel misbruik, waaronder aangiften die zijn gebaseerd op hervonden herinneringen, aangiften van ritueel misbruik en aangiften van seksueel misbruik van voor de derde verjaardag. Vaak gaat het daarbij om omstreden herinneringen. Aan de hand van het gelijknamige rapport van de Gezondheidsraad (2004) en casusmateriaal van de LEBZ gaan we dieper in op de problematiek. We onderscheiden diverse soorten (omstreden) herinneringen, gaan in op de rol van hulpverlenersfouten in de ontstaansgeschiedenis van onjuiste beschuldigingen van seksueel misbruik en benadrukken de overeenkomsten in de achtergronden van ogenschijnlijk uiteenlopende aangiften.
Notes
Veruit de meeste aangiften van seksueel misbruik worden door vrouwen gedaan, daarom spreken wij hier over aangeefsters. Uiteraard komt het ook voor dat mannen aangifte doen.
De laatste categorie (aangiften van vrouwen met psychische problemen en een achtergrond van therapieën) wordt niet in de Aanwijzing genoemd, maar wordt hier wel besproken vanwege de parallellen met de andere categorieën.
‘Er is inmiddels een behoorlijke mate van empirische ondersteuning voor de hypothese dat de constatering van een dissociatieve identiteitsstoornis de waarschijnlijkheid groot maakt dat de betrokkene slachtoffer is geweest of nog is van vroeg begonnen en langdurig extreem misbruik. Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken dat het grotendeels DIS- en DIS-NAO-patienten zijn, die aangeven als slachtoffer, maar vaak ook als pleger, betrokken te zijn geweest bij zulke extreme en vroeg begonnen gruweldaden, als waarvan bij satanistisch ritueel misbruik sprake zou zijn.’ (Marinkelle, 2007)
Literatuur
Aanwijzing Opsporing seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties. Registratienummer 1999A025. Vastgesteld op 16 februari 1999, in werking getreden op 1 oktober 1999. Staatscourant 10 september 1999, nr. 174.
Aanwijzing Opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik. Registratienummer 2005A001. Vastgesteld op 30 november 2004, in werking getreden op 15 februari 2005. Staatscourant 25 januari 2005, nr. 17.
Crombag, H.F.M. & Merckelbach, H.L.G.J. (1996). Hervonden herinneringen en andere misverstanden. Amsterdam: Contact.
Eimers, D. (2009). http://dittyeimers.nl/onderwerpen/psyche/93-ritueel-misbruik
Ensink, B. (1994). Reactie op ‘recovered memories’. De Psycholoog, 29, 148-149.
Geraerts, E., Schooler, J.W., Merckelbach, H.L.G.J., Jelicic, M., Hauer, B.J.A. & Ambadar, Z. (2007). The reality of recovered memories; corroborating continuous and discontinuous memories of childhood sexual abuse. Psychological Science, 18, 564-568.
Geraerts, E., Merckelbach, H.L.G.J. & Jelicic, M. (2007). Van geheugenspel naar aha-erlebnis: twee typen hervonden herinneringen. De Psycholoog, 42, 77-84.
Gezondheidsraad (2004). Omstreden herinneringen. Publicatie nr. 2004/02. Den Haag: Gezondheidsraad.
Hart, O. van der (1994). Totale amnesie voor traumatische herinneringen; een reactie op Merckelbach en Wessel. De Psycholoog, 29, 240-245.
Hendriks, K. (2004). Vaag verleden: hoe ik ging geloven in fictieve herinneringen. Amsterdam: L.J. Veen.
Huntjens, R. (2009). Belangrijke persoonlijke herinneringen kun je vergeten. Tijdschrift voor Directieve Therapie, 29, 153-155.
Kleber, R.J. (2000). Het trauma voorbij: over de grenzen van de psychotraumatologie. De Psycholoog, 35, 8-15.
Kleber, R.J. (2007). Weg van het trauma. Oratie. Utrecht: Universiteit Utrecht.
Koppen, P.J. (1997). Hervonden misdrijven; over aangiftes van seksueel misbruik na therapie. Advies aan de Minister van Justitie. Leiden: Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving.
Loftus, E.F. (1993). The reality of repressed memories. American Psychologist, 48, 518-537.
Marinkelle, T. (2007). http://www.alternatiefberaad.nl/downloads/DIS.pdf
Merckelbach, H.L.G.J. & Jelicic, M. (2005). Hoe een CIA-agent zijn geheugen hervond en andere waargebeurde verhalen. Amsterdam/Antwerpen: Contact.
Merckelbach, H.L.G.J. & Wessel, I. (1994). Recovered memories. De Psycholoog, 30, 85-90.
Merckelbach, H.L.G.J. (2004). Telling a good story: fantasy proneness and the quality of fabricated memories. Personality and Individual Differences, 37, 1371-1382.
Nierop, N.M., Eshof, P. van den & Brandt, C. (2006). De beoordeling van geloofwaardigheid in zedenzaken. Nederlands Juristenblad, 43, 2456-2464.
Nierop, N.M. & Eshof, P. van den (2008). Misbruik, misleiding en misverstanden. Onderzoeksverslag van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken over de periode 2003-2007. Zoetermeer: LEBZ.
Raymakers, L., Geraerts, E. & Merckelbach, H.L.G.J. (2008). Hervonden herinneringen: de stand van zaken. Tijdschrift voor Psychotherapie, 34, 242-259.
Richtlijnen De Beaufort (1986). ‘Conclusies en aanbevelingen voor de bejegening van slachtoffers van zedenmisdrijven’. Staatscourant, 16 januari 1986, nummer 33.
Schooler, J.W., Ambadar, Z. & Bendiksen, M. (1997). A cognitive corroborative case study approach for investigating discovered memories of sexual abuse. In J.D. Read & D.S. Lindsey (Eds.), Recollections of trauma (pp. 379-387). New York: Plenum Press.
Wagenaar, W.A. (1995). De therapeut kan en moet de waarheid niet vaststellen. Tijdschrift voor Directieve Therapie, 15, 138-147.
Wagenaar, W.A. & Crombag, H.F.M. (2005). The popular policeman and other cases: Psychological perspectives on legal evidence. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Werkgroep Ritueel Misbruik (1994). Rapport van de werkgroep Ritueel Misbruik. Den Haag: ministerie van Justitie.
Wessel, I. & Merckelbach, H. (1995). Over totale amnesie en pseudoherinneringen. Antwoord aan Ensink en Van der Hart. De Psycholoog, 30, 102-105.
Wessel, I. & Wolters, G. (2002). Het geheugen. In P.J. van Koppen, D.J. Hessing, H.L.G.J. Merckelbach & H.F.M. Crombag (red.). Het recht van binnen. Psychologie van het recht (pp. 507-530). Deventer: Kluwer.
Wet Terwee (1995). Wet van 23 december 1992, Staatsblad 1993, 29, landelijk in werking getreden bij Koninklijk Besluit van 30 maart 1995, Staatsblad 1995, 160.
Additional information
nicole nierop, psycholoog en jurist, is coördinator van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken en senior gedragskundige bij de afdeling Gedragsidentificatie van het Korps landelijke politiediensten.paul van den eshof, psycholoog en jurist, is coördinator van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken en hoofd van de afdeling Gedragsidentificatie van het Korps landelijke politiediensten
About this article
Cite this article
Nierop, N., van den Eshof, P. Herinneringen: continu, sluimerend, hervonden of gelogen?. TIJDSCHRIFT PSYCHOTHERAPIE 36, 148–170 (2010). https://doi.org/10.1007/BF03096138
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03096138