Samenvatting
Met het oog op de door alle partijen gevoelde noodzaak tot kostenbeheersing kent de Algemene wet bijzonder ziektekosten (AWBZ) sinds 2005 een systeem waarbij de landelijke contracteerruimte door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport via een aanwijzing aan de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) wordt vastgelegd. De NZa verdeelt vervolgens via zijn beleidsregels de landelijke ruimte over de verschillende zorgkantoorregio’s op basis van de productiegegevens van de betreffende regio eind 2004, met een correctie voor de afgesproken groeiruimte. Die regionale financiële ruimte is per zorgkantoor het kader voor het inkopen van zorg. In het Convenant AWBZ 2005-2007 tussen de toenmalige staatssecretaris van VWS, mevrouw Ross-van Dorp, en de koepelorganisaties van zorgaanbieders in de AWBZ is dit systeem van contracteerruimte overeengekomen, teneinde voor de jaren 2005, 2006 en 2007 een beheerste groei van zorguitgaven af te spreken. Het convenant bepaalt overigens uitdrukkelijk dat daarbij het op grond van de AWBZ bestaande recht op zorg wordt gerespecteerd.
Notes
Ruud van Donk is hoofd Unit Bezwaar, beroep en boetes bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en redacteur van dit tijdschrift. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van Donk, R.N. 1197 ‘Wat Mij Opvalt …’. ZOFI 6, 1 (2007). https://doi.org/10.1007/BF03094490
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03094490