Skip to main content
Log in

593 Immateriële Schadevergoeding In Verband Met Schending Van Redelijke Beroeps- En Adviestermijn

  • Published:
Zorg en Financiering

Samenvatting

De rechtbank Dordrecht wees op 15 december 2006, onder nummer AWB 05/709 vonnis in een geschil tussen een verzekerde en het indicatieorgaan over de afwijzing van een vervolgindicatie voor huishoudelijke hulp. Het indicatieorgaan had een indicatie verleend voor de functie activerende begeleiding maar geen indicatie voor huishoudelijke verzorging. Volgens het protocol Gebruikelijke zorg moet de partner van eiseres de huishoudelijke activiteiten die zij als gevolg van haar lichamelijke handicap niet kan verrichten, overnemen. Volgens het indicatieorgaan was van objectieve medische gronden op basis waarvan zou moeten worden geconcludeerd dat sprake was van een psychische en/of fysieke overbelasting van de partner niet gebleken. Eiseres was het hier niet mee eens, omdat met de huisarts was besproken dat de partner te zwaar werd belast. Zij beklaagde zich er voorts over dat het indicatieorgaan en het CVZ zich niet aan de wettelijke beslis- en adviestermijnen hadden gehouden. Op grond van deze onrechtmatige besluitvorming vorderde zij materiële en immateriële schadevergoeding.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

 ,  . 593 Immateriële Schadevergoeding In Verband Met Schending Van Redelijke Beroeps- En Adviestermijn. ZOFI 6, 40–41 (2007). https://doi.org/10.1007/BF03093885

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03093885

Navigation