Samenvatting
Supervisie zoals we dat kennen in het maatschappelijk werk komt uit de VS. In ons land heeft het zich steeds duidelijker onderscheiden van praktijk- en werkbegeleiding. Daarmee is supervisie niet meer op leidinggeven of werkbeoordeling gericht, maar puur op het (beter) leren uitvoeren van een beroep waarin het belang van de cliënt en het doelgericht hanteren van de interactie centraal staan. Heel Nederlands is dat ook weer niet, want de Amerikaanse Charlotte Towle schreef er in 1945 al op die manier over.
Bronnen
Bakker, P.S. e.a. (1966), Supervisie van groepswerkers. Alphen aan den Rijn: Samsom.
Haan, D. (1975), ‘Supervisie als coöperatief leerproces’. In: F.M.S. Siegers, P.M. Haan en A.M.F. Knoers, Supervisie 1. Theorie en begrippen. Alphen aan den Rijn: Samsom.
Kadushin, A, (1968), ‘Games People Play in Supervision’. In: Social Work, nr. 3, pp. 23–32.
Kamphuis, M. (1972), Wat is social casework? tiende druk, Alphen aan den Rijn: Samsom.
Laan, G. van der (1990), Legitimatieproblemen in het maatschappelijk werk. Utrecht: SWP.
Towle. C. (1945), Common Human Needs. Washington DC: Government Printing Office, vertaling: Algemeen menselijke noden, 1955, Maaseik: Romen en Zonen.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Nel Jagt is geregistreerd supervisor, leersupervisor en docent supervisiekunde. Ze schreef samen anderen het boek Supervisie: praktisch gezien, kritisch bekeken.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Jagt, N. Integratief leren. MAAT 10, 20–22 (2009). https://doi.org/10.1007/BF03088221
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03088221