Skip to main content
Log in

Beeldvorming in de cardiologie

  • Artikel
  • Published:
Bijblijven

Samenvatting

In dit overzicht van de ontwikkelingen in de cardiologische beeldvorming ligt de nadruk op echocardiografie, nucleaire cardiologie, CT-coronairangiografie en MRI. Richtinggevend voor de keuze van onderzoeksmethode zijn echter nog steeds de anamnese en het lichamelijk onderzoek, samen met de aanwezigheid van risicofactoren. Klaagt de patiënt bijvoorbeeld over pijn op de borst, dan zal de beeldvorming zich concentreren rond nucleaire perfusie en CT-angiografie bij atypische klachten in combinatie met risicofactoren, of rond invasieve diagnostiek bij een kenmerkend klachtenpatroon. Voor het screenen van patiënten met pijn op de borst zal de CT-coronairangiografie de SPECT-scintigrafie gaan aanvullen en mogelijk vervangen.

Bij dyspneu en vermoeden van hartfalen – door welke oorzaak dan ook – zijn echocardiografie en MRI de aangewezen technieken. Coronairangiografie met hartkatheterisatie, vanouds de gouden standaard, is invasief, duur en belast de patiënt met straling en contrastmiddelen. Echocardiografie daarentegen is snel, goedkoop, kan aan het ziekbed worden uitgevoerd en levert veel informatie over de hartkleppen en de functie van linker- en rechterkamer. Echografie vertelt ons echter niets over de coronairvaten, de beeldvorming is afhankelijk van de kwaliteit van het echovenster en de techniek is minder goed in het kwantificeren van bijvoorbeeld de ejectiefractie dan nucleaire onderzoekstechnieken. Deze zijn echter weer duur en geven stralingsbelasting. MRI maakt het mogelijk weefsels te typeren en een litteken van nog vitaal myocardweefsel te onderscheiden, is onafhankelijk van factoren als adipositas en emfyseem en brengt geen stralingsbelasting met zich mee, maar kost per onderzoek drie kwartier en vereist hoogopgeleid personeel. Ook snelbewegende structuren zoals hartkleppen zijn met MRI minder goed toegankelijk dan met echocardiografie. Bovendien is met MRI afbeelden van de coronairvaten (nog) niet goed mogelijk, maar daarvoor is CT-coronairangiografie dan weer een oplossing.

Al met al is het diagnostisch arsenaal voor de hartpatiënt erg uitgebreid geworden. Het is de verantwoordelijkheid van de (beeldvormende) cardioloog om hieruit de juiste onderzoekstechnieken te selecteren en daarmee de huisarts te adviseren.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatuur

  • Acierno LJ. The history of cardiology. London: Informa Health Care; 1994.

  • Feigenbaum H, Armstrong WF, Ryan T. Feigenbaum’s Echocardiography. 6th ed. Philadelphia: Lippincott Williams & Wilkins; 2004.

  • Hamer JPM, Pieper PG. Praktische echocardiografie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2004.

  • Udelson, JE, Dilsizian, V, Bonow, RO. Nuclear cardiology. In: Zipes DP, Libby P, Bonow RO, Braunwald E, editors. Heart disease: A textbook of cardiovascular medicine. 7th ed. Philadelphia: Saunders; 2005. p. 287-334.

  • Feyter PJ de. Krestin GP. Computer tomography of the coronary arteries. London: Taylor & Francis; 2005.

  • Miller JM, Rochitte CE, Dewey M, Arbab-Zadeh A, Niinuma H, Gottlieb I, et al. Diagnostic performance of coronary angiography by 64-row CT. N Engl J Med; 2008;359(22):2324-36.

    Google Scholar 

  • Bogaert J, Dymarkowski S, Taylor AM. Clinical cardiac MRI. Berlin: Springer; 2005.

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Cardiologen, Canisius Wilhelminaziekenhuis, Nijmegen.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Remmen, J.J., Lamfers, E.J.P. Beeldvorming in de cardiologie. BIJB 25, 61–72 (2009). https://doi.org/10.1007/BF03087630

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03087630

Navigation