samenvatting
De behandeling van artrose door de huisarts bestaat vooral uit ‘pappen en nathouden’. Pas in een laat stadium van de ziekte kan de orthopeed chirurgisch ingrijpen: de huisarts verwijst per jaar één op de zeven patiënten met artroseklachten naar de tweede lijn. De overigen zijn aangewezen op pijnstillers, waarbij het vaak zoeken is naar het middel met de minste bijwerkingen.
Author information
Authors and Affiliations
About this article
Cite this article
Jabaaij, L. De patiënt met artrose in de huisartsenpraktijk. HUWE 46, 640–641 (2003). https://doi.org/10.1007/BF03083458
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03083458