Samenvatting
Sinds de Woudschotenconferentie in 1959 worden er aan de huisarts meer eisen gesteld op het gebied van kennis, communicatieve vaardigheden en dienstverlening. Tegelijkertijd wil de huisarts naast zijn professioneel bestaan een persoonlijk leven leiden. De overgang van een ambachtelijke naar een professionale organisatie van de huisartsenzorg is een voorwaarde om wensen van de professie, de patiënt en de dokter met elkaar in overeenstemming te kunnen brengen.
Nu de huisartsgeneeskunde een eigen kennisdomein heeft ontwikkeld met een intrinsieke waarde binnen de totale medische zorg, is de tijd rijp voor het herformuleren van de grondslagen. Niet zozeer het onderscheid ten opzichte van de specialistische geneeskunde, als wel de specifieke bijdrage van de huisarts in het geheel van medische zorg kan nu als vertrekpunt worden gekozen bij het debat over plaats en functie van de huisarts.
Literatuur
Huygen F. NHG- Quo Vadis. Huisarts Wet 1959;2:187-91.
Vroege NH. Het Woudschoten-rapport. Huisarts Wet 1966;9:372-85.
Klinkhamer P. Lid dagelijks bestuur LHV. Medisch Vandaag 2001;9: 20-1.
Mak G. De eeuw van mijn vader. Amsterdam: Atlas, 1999.
Van der Velden LFJ. De vraag naar artsen becijferd. Med Contact 2001;56:446-51.
Weggeman M. Leiding geven aan professionals. Amsterdam: Kluwer Bedrijfswetenschappen, 1992.
Winsemius P. Gast in eigen huis. Alphen aan den Rijn: Samson, 1986.
Van Delden P. Professionals, kwaliteit van het beroep. Amsterdam: Contact, 1992.
Biesheuvel B. Commissie modernisering curatieve zorg. Gedeelde zorg: betere zorg. Den Haag: Ministerie WVC, 1994.
Achterbergh D. De huisarts op weg naar de 21e eeuw. Med Contact 1996;51:851-4.
Huygen F. Het home team. Huisarts Wet 1962;5:119-23.
Van Es J. Groepspraktijken. Huisarts Wet 1966;9:162-5.
Van der Kooy S. Huisarts en samenwerking. Huisarts Wet 1968;11:217-21.
De positie van de huisarts in de toekomst. Utrecht: LHV Discusssienota, 1997.
Van de Rijdt-van de Ven A. Huisartsengroepen, groei en grenzen. Tilburg: Tilburg University press, 1994.
Van Geloven A. Door de huisarts verwezen patiënten en zelfverwijzers. Huisarts Wet 2000;43:516-8.
Huygen F. NHG- Quo Vadis. Huisarts Wet 1959;2:187-91.
Van der Horst H, De Vries H. Van persoonlijke, integrale, continue zorg naar medisch maatwerk. Huisarts Wet 2001;44:226-9.
Schers H, Van de Ven C, Van den Hogen H, Van den Bosch W. Blijvende aandacht voor persoonlijke zorg. Med Contact 2000;55:353-6.
IJzermans CJ. Continuïteit in de zorg, realiteit of mythe? Huisarts Wet 1993;36:41-3.
Timmermans AE. De omwikkelingen in de huisartsgeneeskunde en de relatie tussen patiënt en huisarts. Huisarts Wet 1999;42:556-60.
Ter Braak EM. Continuïteit van zorg bij parttime werkende huisartsen. Huisart Wet 1993;36:47-9.
Smits F. Jaarverslag 2000 Huisartsenpraktijk gezondheidscentrum Reigersbos.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Additional information
D. Achterbergh, huisarts, 't Ven 7, 1115 HA Duivendrecht.
About this article
Cite this article
Achterbergh, D. Huisartsenzorg na Woudschoten: intenties te over, organisatie te kortcontinuïteit huisartsgeneeskunde integrale zorg management praktijkvoering Woudschoten . HUWE 45, 842–846 (2002). https://doi.org/10.1007/BF03083149
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03083149