semenvatting
Overvloedig, tussentijds of onregelmatig vaginaal bloedverlies berust vaak op een betrekkelijk onschuldige hormonale ontregeling of is een bijwerking van anticonceptie, antistolling of andere medicatie. Met behulp van anamnese, inspectie van de vulva, speculumonderzoek en vaginaal toucher schat men de kans in op organische oorzaken zoals zwangerschapscomplicaties, pelvic inflammatory disease, vaginitis, cervicitis, poliepen en myomen. Bij postmenopauzaal bloedverlies zijn maligniteiten niet zeldzaam (circa 8%). Minstens drie maanden overvloedig vloeien is reden voor bloedonderzoek op ferriprieve anemie. Een zwangerschapstest is vaak noodzakelijk om vloeien als complicatie van een niet-bekende zwangerschap uit te sluiten. Bij contactbloedingen, tussentijds of onregelmatig bloedverlies en postmenopauzaal bloedverlies is een cervixuitstrijk aangewezen om een (pre) maligne cervixafwijking uit te sluiten. Stollingsscreening wordt aanbevolen wanneer de anamnese op een familiaire stollingsstoornis of bloedingsneiging wijst en bij menorragie sinds de menarche. Indien soa anamnestisch niet kunnen worden uitgesloten is een chlamydiatest geïndiceerd bij tussentijds of onregelmatig bloedverlies. Een vaginale echoscopie is geïndiceerd bij elk postmenopauzaal bloedverlies ter uitsluiting van een endometriumcarcinoom, in de fertiele fase bij vergrote adnexen of ter opsporing van intracavitaire afwijkingen. Nader specialistisch onderzoek bestaat uit aspiratiebiopsie of hysteroscopie met biopsieën en histologisch onderzoek. Diagnostische curettage is hierdoor overbodig geworden.
Literatuur
Meijer LJ, Zwart S, Wemekamp H, Boukes FS, Burgers JS. NHG-Standaard Vaginaal bloedverlies (eerste herziening). Huisarts Wet 2001;44:260-6.
Heineman MJ, Bleker OP, Evers JLH, Heintz APOM, redactie. Obstetrie en gynaecologie. De voortplanting van de mens. Maarssen: Elsevier/Bunge, 1999.
NVOG Richtlijn Abnormaal vaginaal bloedverlies in de postmenopauze. NVOG-richtlijn nr. 04, 1997.
Okkes I, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose. Verslag van het Transitieproject. Bussum: Coutinho, 1998.
Nagele F, O'Connor H, Davies A, Badawy A, Mohamed H, Magos A. 2500 Outpatient diagnostic hysteroscopies. Obstet Gynec 1996;88: 87-92.
Warner P, Critchley HOD, Lumsden MA, Campbell-Brown M, Douglas A, Murray G. Referral for menstrual problems: cross sectional survey of symptoms, reasons for referral, and management. BMJ 2001;323:24-8.
Gredmark T, Kvint S, Havel G, Mattson L. Histopathological findings in women with postmenopausal bleeding. Brit J Obstet Gynaecol 1995;102:133-6.
Emanuel MH, Verdel MJ, Wamsteker K, Lammes FB. An audit of true prevalence of intrauterine pathology: the hysteroscopic findings, controled for patient selection in 1202 patients with abnormal uterine bleeding. Gynaecol Endosc 1995;4:237-41.
Dilley A, Drews C, Miller C, Lally C, Austin H, Ramaswamy D, et al. Von Willebrand disease and other inherited bleeding disorders in women with diagnosed menorrhagia. Obstet Gynecol 2001;97:630-6.
Chimbira TH, Anderson ABM, Turnbull AC. Relation between measured menstrual blood loss and patient's subjective assessment of loss, duration of bleeding, number of sanitary towels used, uterine weight and endometrial surface area. Br J Obstet Gynecol 1980;87:603-9.
Peterson HB, Xia Z, Wilcox LS, Tylor LR, Trussell J. Pregnancy after tubal sterilization with bipolar electrocoagulation. U.S. Collaborative Review of Sterilization Working Group. Obst Gynecol 1999;94:163-7.
Ramoska EA, Sachetti AD, Nepp M. Reliability of patient history in determining the possibility of pregnancy. Ann Emerg Med 1998;18: 48-50.
Long CA. Evaluation of patients with abnormal uterine bleeding. Am J Obstet Gynecol 1996;175:784-6.
Shaw RW, Allen I, Harper MA, Hempsall V, Hourahane J, Rees MCP, et al. RCOG Evidence-based clinical guidelines. The initial management of menorrhagia. Royal College of Obstetricians and Gynecologists, 1998.
Prentice A. Fortnightly review. Medical management of menorrhagia. BMJ 1999;319:1343-5.
Sramek A, Eikenboom JCJ, Briet E, Vandenbroucke JP, Rosendaal FR. Usefulness of patient interview in bleeding disorders. Arch Int Med 1995;155:1409-15.
Essed GGM, Nieuwenhuizen Kruseman-Smit NJM. Fysische diagnostiek – het vaginaal toucher. Ned Tijdschr Geneesk 2001;145:2115-20.
Janssen CA, Scholten PC, Heintz AP. A simple visual assessment technique to distinguish between menorrhagia and normal menstrual blood loss. Obstet Gynaecol 1995;85:977-82.
Van Leusden H. Diagnostisch Kompas 1999/2000. Amstelveen: CVZ, 1999.
Leebeek FWG, Lotgering FK. Een erfelijke hemostaseafwijking als oorzaak van menorragie. Ned Tijdschr Geneesk 2002;146:545-8.
Robinson K, Giangrande P. Menorrhagia. Underlying bleeding disorders need to be ruled out. BMJ 2001;322:732.
Flikweert S, Emanuel MH, Boukes FS, Hemrika DJ, Brölmann HAM, Groeneveld FMP. Landelijke Transmurale Afspraak Vaginaal bloedverlies in de postmenopauze. Huisarts Wet 2002;45:129-32.
NVOG Richtlijn Gynaecologische echoscopie. NVOG richtlijn nr. 27, 1999.
Karlsson B, Granberg S, Wikland M, Ylöstalo P, Torvid K, Marsal K, et al. Transvaginal ultrasonography of the endometrium in women with postmenopausal bleeding – a Nordic multicentered study. Am J Obstet Gynecol 1995;172;1488-94.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Additional information
VU-medisch centrum, afdeling Huisartsgeneeskunde, Van der Boechorststraat 7, 1021 BT Amsterdam: dr. H. de Vries en dr. A.H. Blankenstein, huisartsen; N. Brendel, student geneeskunde; afdeling Gynaecologie en Verloskunde, dr. R. Barentsen, gynaecoloog. AMC/Universiteit van Amsterdam, afdeling Huisartsgeneeskunde, divisie Public Health, prof.dr. P.J.E. Bindels, hoogleraar Huisartsgeneeskunde Correspondentie: dr. H. de Vries
Mogelijke belangenverstrengeling: niet aangegeven.
About this article
Cite this article
de Vries, H., Brendel, N., Bindels, P. et al. Abnormaal vaginaal bloedverlies. HUWE 45, 510–515 (2002). https://doi.org/10.1007/BF03082991
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03082991