Samenvatting
De casus van Giesen et al. over triage in de dienst (H&W 2002;45:299-302) en de discussie daarover vonden we leerzaam. Het geeft aan dat doktersassistenten en huisartsen steeds alert moeten zijn tijdens hun dienst. Achter ogenschijnlijk onschuldige zaken kunnen immers dodelijke gevaren schuilen. Wat ons echter verbaast in het bijbehorende commentaar van Zaat en Van der Werf is dat zij naar aanleiding van deze casus gaan twijfelen aan de rol van de doktersassistente en de plaats van protocollen bij triage. Zij menen dat de casus een voorbeeld is van een bijzonder individueel geval dat zich moeilijk laat vangen in een protocol. Nader beschouwd is de casus echter minder bijzonder.
Author information
Authors and Affiliations
About this article
Cite this article
, . Triage 2. HUWE 45, 330–331 (2002). https://doi.org/10.1007/BF03082895
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03082895