Samenvatting
De huidige methode van consultvoering in de huisartspraktijk berust op een achterhaalde ideologie en is te weinig flexibel. De huisarts is geen medisch maatschappelijk werkende, maar een eerstelijns dokter. Er wordt bij het onderwijs in consultvoering geen rekening gehouden met de dagelijkse praktijk, de behoeften van patiënten en de uitkomsten van effectonderzoek, en de voor huisartsen kenmerkende prognostische benadering krijgt te weinig aandacht. Patiënten zijn mondiger, zakelijker en beter geïnformeerd dan vroeger, en dat vereist primair medische deskundigheid. Het onderwijs in consultvoering behoort daarom gegeven te worden door ervaren huisartsen.
Literatuur
Zaat J. Rapportcijfers voor de huisartsopleiding. Huisarts Wet 2000;43:413.
Tan LHC, Kramer AWM, Jansen JJM, Düsman H. Landelijke evaluatie van de driejarige huisartsopleiding: de ontwikkeling van de competentie van huisartsen-in-opleiding. Huisarts Wet 2000;43:414-8.
Pieters HM. De Utrechtse Consult Evaluatie Methode. Vaardigheden in consultvoering getoetst [Dissertatie]. Utrecht: Universiteit Utrecht, 1991.
Batenburg V. Medical students attitudes. Attitude development in a medical school [Dissertatie]. Utrecht: Universiteit Utrecht, 1997.
Hofmans-Okkes IM, Lamberts H, Hofmans EA. De paradox van de patiëntgerichte benadering Huisarts Wet 1992:35:281-6.
Hofmans-Okkes IM. Op het spreekuur. Oordelen van patiënten over huisartsconsulten. Lelystad: Meditekst, 1991.
Bensing J. Doctor-patient communication and the quality of care. An observational study into affective and instrumental behaviour in general practice. Utrecht: Nivel, 1991.
Huygen FJA, Van den Hoogen H, Neefs WJ. Gezondheid en ziekte: een onderzoek van gezinnen. Ned Tijdschr Geneeskd 1983;127:1612-9.
Van de Lisdonk. Ervaren en aangeboden morbiditeit in de huisartspraktijk [Dissertatie]. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen, 1985.
Stewart M. Studies about the patient-centred approach. Huisarts Wet 1991;34:302-5.
Levenstein JH, McCracken EC, McWhinney IR, et al. The patient-centred clinical method. I. A model for the doctor-patient interaction in family practice. Fam Pract 1986;3:24-30.
Henbest RJ, Stewart M. Patient-centredness in the consultation. 2. Does it really make a difference? Fam Pract 1990;7:28-33.
Bügel PC, Meyboom-de Jong B, Roordink MH, et al. Geruststellen in de huisartspraktijk. Video-opnamen van spreekuren. Huisarts Wet 2000;43:559-62.
Like R, Zyanski SJ. Patient requests in family practice. A focal point for clinical negotations. Fam Pract 1986;3: 216-???
Van Berkestijn L. Quality assesment in family practice. Process and outcome in patients with non-acute abdominal complaints [Dissertatie]. Utrecht: Universiteit Utrecht, 1996.
De Melker RA. Unitas, libertas, caritas. De betekenis van de wetenschap voor de huisartspraktijk. Utrecht: Bunge, 1997.
Van der Velden HGM. Diagnose of prognose? Huisarts Wet 1983;26:125-8.
Van Lidth de Jeude AH. De huisarts in de maalstroom der emoties. Leiden: Stenfert Kroese, 1971.
Terluin M, Andeweg M, Boendermaker P, Pols J. De structuur van een consult. Onderwijs en praktijk. Huisarts Wet 2000;43: 563-5.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
prof.dr. R.A de Melker huisarts i.r. en em. hoogleraar huisartsgeneeskunde, Frederik Hendriklaan 63, 3708 VB Zeist.
About this article
Cite this article
de Melker, R.A. It takes two to tango. HUWE 44, 515–517 (2001). https://doi.org/10.1007/BF03082551
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03082551