Skip to main content
Log in

‘Magische vijftien’ of maatwerk?

  • Artikelen
  • Published:
Supervisie en Coaching, 2005

Samenvatting

Het afgelopen jaar (2004) werd in Forum – verenigingsperiodiek van de Landelijke Vereniging voor Supervisie en andere Begeleidingsvormen (lvsb) – een discussie gevoerd over de magische norm van vijftien zittingen als ondergrens voor een zinvol supervisietraject en als voorwaarde voor (her)registratie. Opvallend in het debat is dat elk inhoudelijk argument vóór vijftien zittingen lijkt te ontbreken.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. In grondslagenonderzoek worden grondslagen van theorieën en praktijken en debatten hierover geëxpliciteerd, geïnventariseerd, gesystematiseerd, geanalyseerd, vergeleken en kritisch getoetst op houdbaarheid en eventueel voorzien van suggesties voor verbetering. Aldus bestaat grondslagenonderzoek in essentie uit: materiaalanalyse, grondslagenanalyse, grondslagenkritiek en het aanreiken van alternatieven (vgl. Bennink, 2001, 194- 196; Snik & Van Haaften, 2001). Van belang is een goede representatie van het materiaal uit het debat. IJkpunt daarbij is dat auteurs zelf hun standpunt correct en voldoende genuanceerd weergegeven achten. Om deze reden worden in dit artikel opvattingen van auteurs zo precies mogelijk aangeduid. supervisie en coaching 22 (2005),20-41

  2. Ik nodig hierbij nadrukkelijk coaches uit om mee te denken over de argumenten voor of tegen maatwerk wat betreft het begeleidingskader van zowel supervisie als coaching.

  3. Een verkorte, eerdere versie van deze tekst verscheen in Forum (Bennink, 2004).

  4. Weliswaar meende Kamphuis (1961, 116) dat voor caseworkers in opleiding tweemaal per week supervisie nodig was, met een geleidelijke overgang naar eenmaal per week en beval zij afgestudeerde maatschappelijk werkers in hun eerste werkkring eenmaal per week of eenmaal per veertien dagen supervisie aan, maar zij ging daarbij uit van een ander concept van supervisie dat meer weg heeft van werkbegeleiding. In de tiende druk (1972, 114) handhaafde ze dit standpunt.

  5. Inmiddels heeft de lvsb-ledenvergadering ingestemd met een verdere uitwerking van de voorstellen van de whr.

  6. Ik maak hier bij wijze van uitzondering gebruik van vergaderstukken van de lvsbledenvergadering van 5 november 2004 (bijlage 4). Normaal gesproken geldt dat literatuurverwijzingen bij voorkeur openbaar en controleerbaar zijn. Omdat veel lezers van Supervisie & Coaching tevens lvsb-lid zijn (en dus de betreffende stukken hebben kunnen ontvangen), lijkt me de controleerbaarheid hier geen probleem.

  7. De whr geeft aan dat ze het argument ‘verlies van banen als de supervisiereeksen korter worden’ buiten beschouwing heeft gelaten. Ze geeft daarvoor geen reden. De vraag is overigens of het argument wel houdbaar is: verkorting van trajecten kan er ook toe leiden dat supervisie meer wordt ingezet omdat het goedkoper wordt.

  8. De whr maakt wel onderscheid tussen supervisie en leersupervisie (supervisie over supervisie). Ik beperk me in deze tekst tot ‘gewone’ supervisie en laat derhalve dit onderdeel van de kwestie buiten beschouwing.

  9. In de nieuwe druk van hun boek (2003) hebben de auteurs dit aantal naar beneden bijgesteld: ze vinden vijftien zittingen een goed uitgangspunt.

  10. Bij groepssupervisie is gelijke trajectlengte voor de deelnemers om genoemde redenen voor de hand liggend. Het is echter bij individuele supervisie niet goed in te zien dat iedereen evenveel zittingen zou moeten hebben ondanks verschillen in het niveau waarop een competentie is verworven. Voorstelbaar is dat een bepaald competentieniveau als maat vooraf bepaald wordt, en dat iedere supervisant in meer of minder zittingen daar naar toewerkt.

  11. In deze voorstelling is een niet-integrerende supervisie dan ook een contradictio in terminis.

  12. In een eerdere bijdrage (Bennink, 2004) duidde ik deze vorm aan als didactische supervisie. Met de term educatieve supervisie meen ik de essentie ervan preciezer aan te geven en daarmee bovendien beter aan te sluiten bij de Angelsaksische terminologie.

Bibliografie

  • Andel, E. van & Zier, H. (1989). Boekbespreking van: Frans Siegers & Dinie Haan, Handboek supervisie, 2e druk. Supervisie in opleiding en beroep, 6 (1), 33-37.

  • Andriessen, H.C.I. (1975). Leren aan ervaring in supervisie. Nijmegen: Dekker & van de Vegt.

  • Banning-Mul, M. (1989). Van integratie-supervisie naar integrale supervisie. In: W.J. Rigter, (red.), Supervisor worden: supervisor blijven. VO Cahier 3. Amsterdam: HvA/Culemborg: Phaedon, 7-13.

  • Bennink, H. (1992). Opleidingssupervisie: vrije figuren of verplichte nummers. Onderwerpen in supervisies aan beginnende beroepsbeoefenaren. Supervisie in opleiding en beroep, 9 (3), 4-18.

  • Bennink, H. (1994). Het innerlijk universum van de professional. Supervisie in opleiding en beroep, 10 (3), 3-21.

  • Bennink, H. (1999). Structurering van supervisie. Supervisie in opleiding en beroep, 16 (1), 3-20.

  • Bennink, H. (2001). Traditie en vernieuwing van het Nederlandse supervisieconcept. Supervisie in opleiding en beroep, 18 (4), 182-198.

  • Bennink, H. (2003). (Geen) tijd voor vertraging? Supervisie & Coaching, 20 (4), 167-189.

  • Bennink, H. (2004). De noodzakelijke en onvermijdelijke onttovering van ‘de magische vijftien’. Forum, 10 (4), 17-18.

    Google Scholar 

  • Bennink, H. & Regouin, W, (2004). Op zoek naar postconventionele supervisiekunde. Over ‘De illusie van voltooidheid’ van Bert Coenen. Supervisie & Coaching, 21 (1), 3-22.

    Google Scholar 

  • Beukema, M. (2004). Zijn 15 zittingen magisch? Forum, 10 (3), 11-12.

  • Deetman, W. (2004). De magische 15. Forum, 10 (2), 20-21.

  • Halderen, M. van (2004). De norm van vijftien supervisiebijeenkomsten. Forum, 10 (3), 12-13.

    Google Scholar 

  • Hasselt, A. van (1977). Het integratiebegrip in de psychiatrie. Een medisch-filosofisch en psychiatrisch onderzoek. Deventer: Van Loghum Slaterus.

  • Heijndijk, M.E. (2004). De magische 15, een ander geluid. Forum, 10 (3), 13-15.

    Google Scholar 

  • Hombergen, S. (2004) Kwaliteit, kwantiteit… … anders nog iets? Forum, 10 (3), 15-16.

  • Hoonhout, M. (2000). Andere begeleidingsvormen. In: H,M. van Praag-van Asperen & Ph. H. van Praag (red.), Handboek supervisie en intervisie (3e druk, 153-169). Leusden: De Tijdstroom.

  • Hoonhout, M. & Merkies, R. (2000). Supervisie, een definiëring. In: Q. Merkies (red.), Verwerven van supervisorschap (45-88). Leuven/Apeldoorn: Garant.

  • Jagt, N., Leufkens, N. & Rombout, T. (1995/2003, 3e, herziene druk). Supervisie: praktisch gezien, kritisch bekeken. Houten: Bohn Stafl eu van Loghum..

  • Kamphuis, M. (1961/1972). Wat is social casework? Alphen aan den Rijn: Samsom.

  • Kessel, L. van (1990). Supervisie als methode van indirecte agogische arbeid, gericht op het begeleiden van leren in het kader van opleiden en deskundigheidsbevordering tot agogische arbeid. In: Q.L. Merkies, (red.), Supervisie samenspraak. Zoekend terugzien voor straks. VO Cahier 5. Amsterdam: HvA/Culemborg: Phaedon, 18-36.

  • Kessel, L. van (1997). Supervisie: noodzakelijke bijdrage aan de kwaliteit van maatschappelijk werk. In: H. Nijenhuis (red.), De lerende professie. Hoofdlijnen van het maatschappelijk werk (136-151). Utrecht: SWP.

  • Landelijke Vereniging voor Supervisie en andere Begeleidingsvormen (2002). lvsb –registratieregeling supervisoren 2002. Herziene editie. Regelgeving betreffende de registratie van supervisoren en opleiders en erkenning van opleidingsonderdelen. Wijchen: lvsb.

  • Lanser, A. (2004). Interpretatie en integratie in supervisie. Supervisie & Coaching, 21 (3), 106-118.

    Google Scholar 

  • Merkies, Q.L. (1990). Kanttekeningen bij enkele termen in de supervisie-literatuur. In: L.Q. Merkies (red.), Supervisie samenspraak. Zoekend terugzien voor straks. VO Cahier 5. Amsterdam: HvA/Culemborg: Phaedon, 10-17.

  • Musschenga, B. (2004). Integriteit. Over de eenheid en heelheid van de persoon. Utrecht: Lemma.

  • Obbes, R. (2004). 15x verkopen. Forum, 10 (2), 19-20.

  • Praag, Ph. H. van (1993). Reflecteren en interveniëren in supervisie. In: H.M. van Praag-van Asperen & Ph. H. van Praag (red.), Handboek supervisie en intervisie in de psychotherapie (79-94). Amersfoort: Academische uitgeverij

  • Van Praag-van Asperen, H.M. & Van Praag, Ph. H. (red.) (2000, 3e druk). Handboek supervisie en intervisie in de psychotherapie. Amersfoort: Academische uitgeverij

  • Raths, A. (2004a). De magische 15. Een heilige koe naar de slachtbank? Deel 1. Forum, 10 (1), 15-20.

  • Raths, A. (2004b). De magische 15. Een heilige koe naar de slachtbank? Deel 2. Forum, 10 (2), 16-18.

  • Rijk, K. de (2004). Reactie op ‘De magische 15’ deel 1 van Angelika Raths. Forum, 10 (3) 17.

    Google Scholar 

  • Wolbink, R. (2000). De schaduw in supervisie. Werken aan integratie. Supervisie in opleiding en beroep, 17 (4), 184-197.

  • Siegers, F. (2002). Handboek supervisiekunde. Houten: Bohn Stafl eu van Loghum.

  • Siegers, F. & Haan, D. (1983). Handboek supervisie. Alphen aan den Rijn: Samsom.

  • Siegers, F. & Haan, D. (1988). Handboek supervisie(2e druk). Alphen aan den Rijn: Samsom.

  • Snik, G. & Haaften, A.W. van (2001). Pedagogisch grondslagenonderzoek. In: P. Smeyers & B. Levering (red.), Grondslagen van de wetenschappelijke pedagogiek (169-187). Amsterdam: Boom.

  • Zanden, T. van der (2004). Toverkracht. Forum, 10 (3), 18.

  • Zeillemaker, T. (1972). Supervisie in een voortgezette opleiding (232-257). In: F.J.M. Siegers (red.), Supervisie. Alphen aan den Rijn: Samsom.

  • Zeillemaker, T. (1990). Integratie op losse schroeven? Reactie. Supervisie in opleiding en beroep, 7 (2), 45-47.

  • Zier, H. (1967). Leren werken door middel van supervisie. De Schalm, 24 (6), 375-390.

    Google Scholar 

  • Zier, H. (1968), Discussie over supervisie. Volksopvoeding, 17 (3), 135-152 (ook opgenomen in: F.J.M. Siegers (red.) Supervisie (15-33). Alphen aan den Rijn: Samsom, 1972.

  • Zier, H. (1975). Leerzaam terugzien voor straks. In: F.M.J. Siegers, P.M. Haan & A.P.M. Knoers (red.), Supervisie 1: theorie en begrippen (85-103). Alphen aan den Rijn: Samsom.

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Corresponding author

Correspondence to Hans Bennink.

Additional information

Hans Bennink is als docent en supervisor verbonden aan de studierichting Personeel & Arbeid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.Postbus 6960, 6525 EN Nijmegen;

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Bennink, H. ‘Magische vijftien’ of maatwerk?. SPEC 22, 13–26 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03079738

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03079738

Navigation