Samenvatting
In de afgelopen twintig jaar is de verhouding tussen biologische psychiatrie en psychotherapie aanzienlijk veranderd. Enige decennia geleden was er sprake van sterk gescheiden domeinen en grote wederzijdse terughoudendheid. Wie kennis heeft willen nemen van de onderzoeksgegevens van de laatste jaren weet dat inmiddels positieve effecten van tal van psychotherapeutische interventies zijn aangetoond die het placebo–effect overtreffen, zij het dat het verschil met een placebo–interventie vaak ook weer niet zo groot is. Ook van diverse psychofarmaca zijn bij verschillende stoornissen effecten aangetoond, al heerst de laatste jaren minder het gevoel dat die effecten echt afdoende zijn.
Literatuur
Beurs, E. de, Balkom, A.J.L.M. van, Lange, A., Koele, P., & Dyck, R. van (1995). Fluvoxamine, placebo, psychological panic management and exposure in vivo in panic disorder with agoraphobia. American Journal of Psychiatry, 152, 683–691.
Elkin, I. (1994). The NIMH Treatment of Depression Collaborative Research Program: Where we began and where we are. In A.E. Bergin & S.L. Garfield (Eds.), Handbook of psychotherapy and behavior change (4th ed.). New York: Wiley.
Author information
Authors and Affiliations
About this article
Cite this article
van Dyck, R. Pillen en praten: samenwerking tussen biologische psychiatrie en psychotherapie. PSIE 21, 307–308 (1995). https://doi.org/10.1007/BF03079267
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03079267