Abstract
Begrippen als ‘beweging’, ‘stilstand’, ‘snelheid’ en ‘bewegingsrichting’ zijn relatief. Aan een schip op open zee kun je niet zien of het vaart of stil ligt. Dat kan alleen als we bijvoorbeeld de kust zien, of indirect, door te kijken hoe het schip ten opzichte van de golven beweegt, mits we weten hoe die zich ten opzichte van de oceaanbodem bewegen. Kortom, beweging is geen objecteigenschap maar een relatie tussen objecten. Natuurkundigen praten pas over ‘beweging’ als duidelijk is ten opzichte waarvan die beweging is gedefinieerd.
Literatuur
Helmholtz, H. (1867). Handbuch der physiologischen Optik. Vos, Leipzig, Duitsland.
Mittelstaedt, H. (1990). Basic solutions to the problem of head-centric visual localization. In: Perception and control of self-motion (Warren, R. & Wertheim A.H. eds.), Lawrence Erlbaum, Hillsdale, New Yersey, USA.
Von Holst , E. & Mittelstaedt, H. (1950). Das reafferenzprincip; Wechselwirkungen zwissen Zentralnervensystem und Peripherie. Naturwissenschaften 37: 464–476.
Von Holst , E. & Mittelstaedt, H. (1954). Relations between the central nervous system and peripheral organs. British Journal of animal behaviour, 2: 89–94.
Wertheim, A.H. (1981). On the relativity of perceived motion. Acta Psychologica, 48 (Special issue on the perception of motion), 97–110.
Wertheim, A.H. & Reymond, G. (2007). Neural noise distorts perceived motion: the special case of the freezing illusion and the Pavard and Berthoz effect. Experimental Brain Research, 2007, 180(3) 569–576.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Prof. dr. A.H. Wertheim, experimenteel psycholoog, Afdeling Psychonomie, Universiteit Utrecht, Heidelberglaan 2, 3584CS, Utrecht.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Wertheim, L. Over de relativiteit van waargenomen beweging en haar gevolgen. NEPR 11, 174–179 (2007). https://doi.org/10.1007/BF03079151
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03079151