Samenvatting
Het toepassen van evidence-based behandelprotocollen zoals cognitieve gedragstherapie (CGT) en interpersoonlijke therapie (IPT) staat meer en meer op de voorgrond bij de behandeling van depressieve adolescenten. Bij de uitvoering van een behandelprotocol stuit de behandelaar op vele complicaties, waaronder comorbiditeit (angstklachten, leerproblemen, gedragsproblemen en ADHD) en geringe medewerking van de adolescent. Het uitvoeren van het behandelprotocol wordt daardoor belemmerd. De therapeut ervaart een grote spanning tussen het behandelprotocol en de klinische realiteit. Hoe kan behandeling met CGT worden afgestemd op de problematiek en de mogelijkheden van de individuele adolescent?Door de invoering van diagnose-behandelcombinaties (dbc’s) komt het accent te liggen op het gebruik van specifieke behandelprotocollen en de daarin toegepaste therapeutische technieken. Zo kan de misvatting ontstaan dat de therapeutische alliantie van ondergeschikt belang is.In dit artikel wordt een aanzet gegeven om een antwoord te geven op de vraag: ‘Hoe kan de therapeut de therapeutische alliantie bevorderen en rekening houden met de behoeften van de individuele adolescent?’
Notes
Op http://www.kindenadolescent.nl vindt u hierover meer informatie.
Op www.kindenadolescent.nl vindt u hierover meer informatie.
Literatuur
American Academy of Child and Adolescent Psychiatry (1998). Practice parameters for the assessment and treatment of children and adolescents with depressive disorders. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 37, 63S-83S.
Braet, C., Cuyper, S. de, & Backer, V. de (1997). Pak Aan: een werkboek om je sombere buien te overwinnen. Gent: eigen beheer.
Emmelkamp, P.M.G. (2006). Hoe evidence-based is psychotherapie bij kinderen en adolescenten? Kind en Adolescent Praktijk, 5(2), 73-75.
Freake, H., Barley, V., & Kent, G. (2007). Adolescents’ views of helping professionals: A review of the literature. Journal of Adolescence, 30, 639-653.
Harrington, R. (1993). Depressive disorder in childhood and adolescence. New York: John Wiley & Sons ltd.
Kennard, B.D., Ginsburg, G.S., Feeny, N.C., Sweeney, M., & Zagurski, R. (2005). Implementation challenges to TADS cognitive-behavioral therapy. Cognitive and Behavioral Practice 12, 230-239.
Kop, P. (2007). Hart en ziel van effectieve psychotherapie. Psychopraxis, 9, 13-18.
Liber, J.M., Leeden, A.J.M. van der, Sauter, F., & Treffers, P.D.A. (2007). Een observatie-codeersysteem voor het beoordelen van de band tussen cliënt en therapeut bij kinderpsychotherapie. Kind en Adolescent, 28, 20-31.
McCarthy, C.A., & Weisz, J.R. (2007). Effects of psychotherapy for depression in children and adolescents: what we can (and can’t) learn from meta-analysis and component profiling. Journal of American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 46, 879-886.
Ryan, N.D. (2005). Treatment of depression in child and adolescents. Lancet, 366, 933-940.
Stikkelbroek, Y., Bouman, H., & Cuijpers, P. (2005), De Doepressiecursus. Dordrecht: eigen beheer.
Stikkelbroek, Y., & Bouman, H. (2006). ‘Doepressiecursus’ voor adolescenten. Kinder & Jeugdpsychotherapie, 33, 13-24.
Timbremont, B., & Braet, C. (2005). Depressie bij kinderen en adolescenten, recente inzichten. Kind en Adolescent, 26, 150-168.
Trimbos-instituut (2007). Landelijk basisprogramma ADHD bij kinderen en jeugdigen. Utrecht: Trimbos-instituut.
Trimbos-instituut (2005). Multidisciplinaire richtlijn ADHD: richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van ADHD bij kinderen en jeugdigen. Utrecht: Trimbos-instituut.
Weisz, J.R. (2004). Psychotherapy for children and adolescents; evidence-based treatments and case examples. Cambridge: Cambridge University press.
website: http://www.guidance.nice.org.uk/cg28.
website: http://www.doepressie.nl.
website: http://www.ggzrichtlijnen.nl
website:http://www.zwaarweer.nl.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Drs. Y.A.J. Stikkelbroek, universitair docent bij de Universiteit Utrecht, Langeveld Instituut voor pedagogisch en onderwijskundig onderzoek, onderzoeksgroep psychosociale problemen; als gz-psycholoog en psychotherapeut verbonden aan het Ambulatorium.
Dr. P. Prinzie, universitair hoofddocent bij de Universiteit Utrecht, Langeveld Instituut voor pedagogisch en onderwijskundig onderzoek, onderzoeksgroep Psychosociale Problemen.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Stikkelbroek, Y., Prinzie, P. Complicaties bij behandeling van depressieve adolescenten met cognitieve gedragstherapie. KIAP 7, 52–60 (2008). https://doi.org/10.1007/BF03076677
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03076677