Samenvatting
Een in neurologisch opzicht opvallende of geretardeerde zuigeling moet voor de planning van een adequate oefenbehandeling neurologisch uitvoerig en nauwgezet worden onderzocht. Zeer verschillende pathogenetische mechanismen kunnen verantwoordelijk zijn voor symptomen zoals een ‘opistotone’ of liever gezegd een geretroflecteerde houding van het hoofd, een houdingsasymmetrie, een kyfotische houding of strekneiging van de wervelkolom en extremiteiten. Van een dergelijk symptoom moet nauwkeurig geanalyseerd worden wat de oorzaak is; alleen dan kan men een gedifferentieerde en relevante oefentherapie vaststellen.
Literatuur
Überlegungen zur Pathogenese einzelner neurologisch abnormer Befunde als Basis für krankengymnastische Behandlung des Säuglings [Krankengymnastik 1987;39:374–379]
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Leiterin der entwicklungsneurologischen Abteilung, Dr. von Haunerschen Kinderspital der Universität München, West-Duitsland
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Ohrt, B. Overwegingen omtrent de pathogenese van afzonderlijke neurologisch afwijkende bevindingen als basis voor oefentherapie voor de zuigeling. STIM 9, 118–121 (1990). https://doi.org/10.1007/BF03075675
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03075675