Samenvatting
Opiaatafhankelijke patiënten worden vaak behandeld met methadon. Meestal verloopt dat zonder veel problemen, maar soms is het complex, vooral als andere medicijnen interfereren met de werking van methadon. Voorbeelden zijn anti-epileptic carbamazepine (Tegretol), het antidepressivum fluvoxamine (Fevarin), HIV-remmers, en ook het anti-tuberculose middel rifampicine, dat de werking van methadon vermindert. Bij de afbraak van methadon is het enzym CYP3A4 betrokken. Rifampicine is een enzyminductor, het versterkt de werking van dit enzym, waardoor de werkzaamheid van methadon afneemt en onthoudingsverschijnselen gaan optreden
Literatuur
Driessen, F.M.H.M. (2004). Methadon in Nederland. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Academisch proefschrift.
Epen, J.H. van (2002). Drugsverslaving en alcoholisme. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Schalekamp, T., Brink van den, G., Hooijer, C., Jonghe de, F.E.R.E.R., Kahn, R.S., & Touw, D.J. (2002). Interacties met Psychofarmaca. Houten: Stichting Health Base.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Freek van Holten, Delta Psychiatrisch Centrum Poortugaal, waarnemend unithoofd LooDDs III
Els Noorlander, Delta Psychiatrisch Centrum Poortugaal, psychiater, De LooDDs
Per abuis is de inhoud van Verslaving nr. 1 en Verslaving nr. 2, beide uit 2005, met elkaar verwisseld. Dit kunnen wij helaas niet meer herstellen. De verwisseling betreft alleen de online versie, in de papieren uitgave doet de verwisseling zich niet voor. Onze excuses voor het ongemak.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van Holten, F., Noorlander, E. Arjan: rifampicine en methadon. VERSLAVING 1, 70–72 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03075330
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03075330