Abstract
Loneliness interventions among older adults: Sense or nonsense? This article focuses on the most important findings of a unique evaluation study of loneliness interventions among older adults. Eighteen interventions have recently been carried out and closely monitored in various parts of the Netherlands. In ten of these interventions the number of participants was sufficiently large to quantitatively determine the effect of the intervention on loneliness. It does not appear to be easy to overcome loneliness: no more than two of the ten interventions resulted in a reduction in loneliness among participants that may be attributed to the intervention. Two other interventions may have had a preventive effect: whereas loneliness increased among members of the control group, it remained more or less constant over time among participants. The effect measurements were followed by process evaluations in an effort to gain insight into the possible reasons why feelings of loneliness were not alleviated among participants in the case of most of the interventions. This resulted in a number of lessons for the future, which may be used as a checklist when designing new interventions projects.Tijdschr Gerontol Geriatr 2007; 38: 186-218
Samenvatting
Centraal in dit artikel staan de belangrijkste uitkomsten van een uniek evaluatieonderzoek naar eenzaamheidsinterventies bij ouderen. Recent zijn verspreid over Nederland achttien interventies uitgevoerd en van nabij gevolgd. Bij tien van deze interventies was het aantal deelnemers voldoende groot om het effect van de interventie op eenzaamheid kwantitatief vast te stellen. Bestrijding van eenzaamheid blijkt niet eenvoudig te zijn: bij slechts twee van de tien interventies is een daling van eenzaamheid onder de deelnemers waargenomen die zeer waarschijnlijk aan de interventie kan worden toegeschreven. Twee andere interventies hebben wellicht een preventieve werking gehad: terwijl de eenzaamheid toeneemt binnen de controlegroep, blijft de eenzaamheid onder de deelnemers over de tijd nagenoeg constant. Om inzicht te krijgen in de mogelijke oorzaken voor het uitblijven van een eenzaamheidsreductie onder de deelnemers bij de meerderheid van de interventies, is het effectonderzoek gevolgd door procesevaluaties. Dit heeft geresulteerd in een aantal lessen voor de toekomst die gehanteerd kunnen worden als een checklist wanneer een nieuw interventieproject wordt ontworpen.
Literatuur
Fokkema T. Aanpak van eenzaamheid: Theorie en praktijk. In: Steyaert J, red. Esc@pe…als je wereld kleiner wordt. Eindhoven: Fontys Hogescholen, 2004: 11-25.
Stevens NL, Martina CMS. Eenzaamheidsinterventies bij ouderen: Ordening en effectiviteit. Tijdschr Gerontol Geriatr, 2006; 37: 44-50.
Cattan M, White M, Bond J, Learmouth A. Preventing social isolation and loneliness among older people: A systematic review of health promotion interventions. Ageing & Society, 2005; 25: 41-67.
Findlay RA. Interventions to reduce social isolation amongst older people: Where is the evidence? Ageing & Society, 2003, 23: 647-658.
Fokkema T, Tilburg T van. Aanpak van eenzaamheid: helpt het? Een vergelijkend effect- en procesevaluatieonderzoek naar interventies ter voorkoming en vermindering van eenzaamheid onder ouderen. NIDI report nr. 69, Den Haag: NIDI, 2006.
Jong Gierveld J de. Eenzaamheid: Een meersporig onderzoek. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1984.
Linnemann MA. Een eenzaam (s)lot?: Een integratie van verklaringen van eenzaamheid onder ouderen boven de 75 jaar. Dissertatie, Vrije Universiteit Amsterdam, 1996.
Knipscheer K, Osté J. Goed bedacht, maar werkt het ook? In: Steyaert J (red.) Esc@pe…als je wereld kleiner wordt: Een experiment om met ICT uit eenzaamheid te geraken. Eindhoven: Fontys Hogescholen, 2004: 39-51.
Russell DW, Peplau LA, Cutrona CE. The revised UCLA loneliness scale. J Pers Soc Psychol, 1980, 39: 471-480.
Jong Gierveld J de, Kamphuis FH. The development of a Rasch-type loneliness-scale. Applied Psychological Measurement, 1985; 9: 289-99.
Jong Gierveld J de. Personal relationships, social support, and loneliness. Journal of Social and Personal Relationships, 1989, 6: 197-221.
Baarsen B van. How's life? Adaptation to widowhood in later life and the consequences of partner death on the experienced emotional and social loneliness. PhD Dissertation, Vrije Universiteit Amsterdam, 2001.
Dykstra PA. Next of (non)kin: The importance of primary relationships for older adults' well-being. Lisse: Swets & Zeitlinger, 1990.
Linnemann MA, Goede HP. Hulpverlening aan eenzame ouderen. Amsterdam: Vrije Universiteit, Stichting voor Toegepaste Gerontologie, 1992.
Stevens NL. Gender and adaption to widowhood in later life. Ageing and Society, 1995, 15: 37-57.
Jong Gierveld J de, Tilburg TG van. Het meten van persoonlijke ervaringen en gevoelens in vragenlijstonderzoek: Een studie naar het functioneren van de eenzaamheidsschaal in verschillende onderzoekingen. In: Jong Gierveld J de, Zouwen J van der (Eds.), De vragenlijst in het sociaal onderzoek. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1987: 67-83.
Tilburg TG van, Leeuw ED de. Stability of scale quality under different data collection procedures: A mode comparison on the 'de Jong Gierveld Loneliness Scale'. International Journal of Public Opinion Research, 1991; 3: 69-85.
Tilburg TG van, Jong Gierveld J de. Cesuurbepaling van de eenzaamheidsschaal. Tijdschr Gerontol Geriatr, 1999; 30: 158-163.
Fokkema T, Tongeren L van. How to Esc@pe loneliness? Kwalitatieve evaluatie van een experiment om met ICT uit eenzaamheid te geraken, Sociale Interventie, Tijdschrift voor de wetenschap van sociale professies, 2005; 14: 15-28.
Kordelaar KACM van, Stevens NL, Pleiter A. Goed gezelschap in een groot huis: Een programma gericht op bevordering van sociaal contact in een verzorgingshuis. Nijmegen: Centrum voor Psychogerontologie, Radboud Universiteit Nijmegen, 2004.
Linnemann MA, van Linschoten CP, Royers T, Nelissen H, Nitsche BCM. Eenzaam op leeftijd: Interventies bij eenzame ouderen. Utrecht: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, 2001.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Additional information
Senior onderzoeker, NIDI, Den Haag.
Hoogleraar Sociale Gerontologie, Vrije Universiteit, Faculteit der Sociale Wetenschappen.
Correspondentie: Dr. C.M. (Tineke) Fokkema, $2, Postbus 11650, 2502 AR Den Haag, tel. 070-3565232, e-mail: fokkema@nidi.nl
About this article
Cite this article
Fokkema, C.M., van Tilburg, T.G. Zin en onzin van eenzaamheidsinterventies bij ouderen. GEEG 38, 161–177 (2007). https://doi.org/10.1007/BF03074846
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03074846