Samenvatting
Er zijn weinig technieken in de gedragstherapie voor angststoornissen die zo algemeen aanvaard zijn als de blootstelling aan wat men vreest. Het principe is heel eenvoudig: breng de patiënt in contact met de gevreesde stimulus en de eerder aangeleerde angstreactie verdwijnt geleidelijk. Het probleem is dat blootstelling (exposure) niet altijd werkt en - als het werkt - de effecten niet altijd blijvend zijn. Koster en medeauteurs hebben de literatuur over het richten van de aandacht tijdens exposure kritisch bekeken. Ze trekken uit hun onderzoek een voorzichtige conclusie: als de aandacht heel specifiek wordt gericht op de kenmerken van de gevreesde stimulus, dan zijn de resultaten van blootstelling op de lange termijn in ieder geval beter.
Notes
Koster EHW ea (2003) Aandachtsfocus tijdens exposure-behandeling van angst: theorie en empirie. Gedragstherapie 36: 19-32
Literatuur
Koster EHW ea (2003) Aandachtsfocus tijdens exposure-behandeling van angst: theorie en empirie. Gedragstherapie 36: 19-32
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Koster EHW ea (2003) Aandachtsfocus tijdens exposure-behandeling van angst: theorie en empirie. Gedragstherapie 36: 19-32
Rights and permissions
About this article
Cite this article
, . Aandacht en blootstelling. PSYC 5, 147 (2003). https://doi.org/10.1007/BF03072098
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03072098