Skip to main content
Log in

Specifieke voedselaversie bij jonge kinderen: Wanneer en hoe moet dit met cognitieve gedragstherapie worden behandeld?

  • Consult
  • Published:
Psychopraxis

Abstract

In de spreekkamer van huisarts, kinderarts, diëtist en psycholoog melden zich met regelmaat wanhopige ouders met de boodschap dat hun kind zeer slecht eet. Vaak kiest de hulpverlener voor een afwachtend beleid en worden de ouders gerustgesteld met de boodschap dat het kind als het ouder wordt vanzelf wel weer beter zal gaan eten. Geadviseerd wordt voorlopig maar wat toe te geven aan de eetwensen. Er blijft echter een groep kinderen met hardnekkige eetproblemen over bij wie meer aan de hand lijkt. In de grote hoeveelheid literatuur over anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn weinig aanwijzingen te vinden voor de juiste aanpak van deze problematiek. In onderstaand artikel wordt ingegaan op de indicatiestelling voor behandeling van specifieke voedselaversie bij kinderen in de basisschoolleeftijd en beschrijven we een behandeling vanuit de cognitieve gedragstherapie.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Mw. drs. A.C. Veenstra is klinisch psycholoogpsychotherapeut en kinder- en jeugdpsycholoog. Zij is werkzaam in het St. Elisabeth ziekenhuis, zorgeenheid klinische psychologie, Postbus 90151, 5000 LC Tilburg.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Veenstra, S. Specifieke voedselaversie bij jonge kinderen: Wanneer en hoe moet dit met cognitieve gedragstherapie worden behandeld?. PSYC 3, 118–122 (2001). https://doi.org/10.1007/BF03071936

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03071936

Navigation