Abstract
Zichzelf regelmatig haren uittrekken is niet zelden een reactie op spanning of stress en kan een onschuldige bezigheid lijken. Soms kan het echter ernstige vormen aannemen en een aparte stoornis vormen, trichotillomanie genaamd (zie kader 1). Het gaat dan om herhaald uittrekken van haar, meestal het hoofdhaar maar ook baardhaar, snorren, wenkbrauwen, wimpers of pubisbeharing. Het haarverlies komt veelal voor op één of enkele duidelijk afgegrensde plaatsen. Op de aangetaste plekken is het haar erg uitgedund, hoewel deze plekken slechts zelden volledig kaal zijn. Een dergelijke, uiterlijk waarneembare afwijking kan ernstige gevolgen hebben voor het zelfbeeld van de patiënt alsook voor het sociaal en beroepsmatig functioneren. Deze bijdrage gaat in op de vraag op welke wijze men de ernst van deze problematiek het beste kan bepalen.
Noten
Winchel RM (1997) Trichotillomania. In Widiger TA ea (red) dsm -iv sourcebook: volume 3. Washington, DC: American Psychiatric Association. (p. 303-315)
Voor een kort overzicht zie: Christenson GA & Crow SJ (1996) The characterization and treatment of trichotillomania. Journal of clinical psychiatry 57(suppl 8): 42-49; Keuthen NJ ea (1998) Trichotillomania: Current issues in conceptualization and treatment. Psychotherapy and psychosomatics 67: 202-213. Gedetailleerde informatie (ook over de vermelde schalen en vragenlijsten) is te vinden in: Stein DJ ea (1999) Trichotillomania. Washington, DC: American Psychiatric Press
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Klinisch psychologe, Dr. Vanweddingenlaan 24/2, B-3540 Herk-de-Stad.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Maris, K. Haren uittrekken: wanneer is dit een ernstig probleem?. PSYC 2, 87–90 (2000). https://doi.org/10.1007/BF03071856
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03071856