Skip to main content
Log in

Een competente praktijkopleider

Begeleiding van leerlingen/studenten bij het verwerven van Competenties

  • Published:
Onderwijs en gezondheidszorg

Samenvatting

Praktijkopleiders zijn de sleutelpersonen die het 1eren op de werkplek van studenten ontwerpen, organiseren en uitvoeren. Professionalisering van de begeleidings- en coachingsvaardigheden van praktijkopleiders draagt bij aan de vakbekwaamheid van VenV-werkers. Verbetering van de professionaliteit van de praktijkopleiders heeft dus direct invloed op de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming (BPV) en hun persoonlijke competenties

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. Met de term beroepspraktijkvorming wordt ook stage bedoeld.

  2. Hiermee wordt de praktijkopleider bedoeld die in een ROC de opleiding tot praktijkopleider volgt.

  3. Vermunt {1998, 18) heeft drieposities op de zelfsturingsdimensie geplaatst. Hetzelfde heeft hij gedaan voor de mate van externe sturing door instructie. De eerste is dat leerlingen een leeractiviteit goed beheersen en zelf in staat zijn om deze activiteit vaardig te gebruiken, dus de leerling beschikt overeen hoge mate van zelfsturing. In het tweede geval beheerseade1eerlingen een leeractiviteit slechts in beperkte mate, of ze beheersen de activiteit weliswaar goed, maar ze gebruiken de activiteit niet spontaan, in de juiste situatie of voldoende vaardig in het betreffende vakdomein, dus een gemiddelde mate van zelfsturing. in het laagste geval beheersen en gebruiken ze een leeractiviteit niet, dus een lage mate van zelfsturing.

  4. Vermunt(1998, t8-19} geeft aan dat op de diagonaal van de tabel sprake is van congruenties. Als leerlingen niet goed in staat zijn om hun eigen leerprocessen te sturen en het onderwijs de sturing voor hen doet, sluiten zelfsturing en externe sturing op elkaar aan. Hetzelfde gebeurt als leerlingen juist goed instaat zijn om hun leerproces te sturen en de docent een losse sturing hanteert. De meerderheid van de cellen (zes van de negen) laten fricties zien tussen leren en onderwijzen. Sommige fricties kunnen zelfs destructief van aard zijn, bijvoorbeeld als de docent of een leerboek zelfstandig lerende leerlingen tot in detail voorschrijven wat zij moeten leren. Andere fricties zijn meer constructief, omdat deze fricties leerlingen uitdagen tot nieuwe manieren van leren.

Literatuur

  • Vermunt, J. (1998). De wisselwerking tussen leren en onderwijzen. in: Onderwijzen van kennis en vaardigheden, Onderwijskundig Lexicon, Editie III. Onder red.: L. Yerschaffel en J. Vermunt. Samsom, Alphen aan den Rijn, pagina l1-26.

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Drs. Henk Ritzen werkt in de bestuursstaf van ROC Oost-Nederland en maakt deel uit van de redactie van Onderwijs en gezondheidszorg.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Ritzen, H. Een competente praktijkopleider. ONGE 26, 19–25 (2002). https://doi.org/10.1007/BF03071249

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03071249

Navigation