Samenvatting
Het functioneren van de mens is ingesteld op activiteit overdag en rust's nachts. Werken in dagdienst (tussen zeven uur's morgens en zes uur 's avonds) is hiermee dus goed in overeenstemming. In de loop der jaren echter, heeft een toenemend percentage werkenden te maken gekregen met afwijkende werktijden, ook wel aangeduid als ploegendienst. In West–Europa en de Verenigde Staten ligt het percentage momenteel tussen de twintig en dertig, en dit zal in de toekomst ongetwijfeld verder stijgen. Oorzaken hiervoor zijn te vinden in technologische (continue productieprocessen), economische (concurrentie op wereldmarkt) en maatschappelijke (continue dienstverlening) ontwikkelingen.
Literatuur
Åkerstedt, T. (Ed). (1995). Work hours, Sleepiness and Accidents. Journal of Sleep Research, 4 (Supplement 2).
Eastman, C.I., Stewart, K.T., Mahoney, M.P., Liu, L., & Fogg, L.F. (1994). Dark goggles and bright light improve circadian rhythm adaptation to night–shift work. Sleep, 17, 535–543.
Lamberg, L. (1994). Bodyrhythms: chronobiology and peak performance. New York: William Morrow and Company.
Meijman, T.F., Kampman, R., & Vries, A.H.G. de (1988). Rock Around the Clock: chronopsychologische en chronobiologische aspecten van onregelmatige werktijden. Amsterdam: Ned. Inst. Arbeidsomstandigheden nia.
Monk, T.H., & Folkard, S. (1992). Making shift work tolerable. Londen: Taylor & Francis.
Scott, A.J. (Ed.) (1990). Occupational medicine: State of the art reviews. Shiftwork. Philadelphia: Hanley & Belfus Inc.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Laboratorium voor Fysiologie
Rijksuniversiteit Leiden
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Kerkhof, G. Werk en de biologische klok. NEPR 1, 1–7 (1997). https://doi.org/10.1007/BF03070893
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03070893