Prognostisch onderzoek

Samenvatting

Een fysiotherapeut krijgt via de huisarts een 43-jarige man doorverwezen met een whiplash ten gevolge van een auto-ongeluk, een kop-staartbotsing, nu twee weken geleden. De patiënt klaagt over pijn in de nek en duizeligheid, is momenteel thuis van zijn werk en maakt zich zorgen over de toekomst. Hij vraagt zich af of de pijn wel over zal gaan en, nog belangrijker, of hij zijn werk en dagelijkse bezigheden in de toekomst weer kan oppakken; met andere woorden, of hij volledig zal herstellen van zijn klachten. De fysiotherapeut vraagt zich ook af of er iets bekend is over het beloop van whiplash en of er factoren zijn die een gunstig dan wel een ongunstig beloop voorspellen. Als deze factoren bekend zijn, dan is de vervolgvraag of deze ook met behulp van fysiotherapie in positieve zin zijn te beïnvloeden, oftewel is fysiotherapie bij deze patiënt geïndiceerd? De fysiotherapeut formuleert de volgende klinische vraag: Welke factoren zijn van invloed op het (functioneel) herstel op korte en lange termijn (d.w.z. 3 en 12 maanden) en kunnen dienen als aangrijpingspunten voor fysiotherapie?