Anatomische varianten met klinisch belang in de onderste extremiteiten

semenvatting

Net als in de bovenste extremiteit, komen in de onderste ledematen zeer veel spiervarianten voor. Aan enkele van deze varianten wordt een rol toegeschreven bij het ontstaan van pathologieën zoals compressie van de a. iliaca externa, het piriformissyndroom, inklemmingen van takken van de a. poplitea, voorste tibiaal compartimentsyndroom, foute diagnosen van letsels van de fibularispezen, zwelling achter de binnenenkel, tarsaletunnelsyndroom en compressie van de a. dorsalis pedis. In de literatuur over patellofemorale pijnsyndromen wordt veel aandacht besteed aan de ‘m. vastus medialis obliquus’, een spierbuik die anatomisch niet bestaat. Zoals al aangegeven bij de bespreking van varianten in de bovenste extremiteit (Stimulus 2006;2), moet ook hier weer worden aangenomen dat deze varianten op zichzelf geen aanleiding geven tot pathologie. Wanneer toch klachten ontstaan, moet men zich in de eerste plaats afvragen waarom een sinds de geboorte bestaande variant plotseling wel klachten uitlokt. Een grondige anamnese naar veranderde belasting van de betreffende structuren en hierop klinisch redeneren is de sleutel tot het begrijpen van de klachten en het opbouwen van een behandeling.