semenvatting
Een gedragstherapeut die met kinderen en adolescenten werkt, houdt rekening met hun ontwikkelingsniveau. Maar dat betekent doorgaans nog niet dat er een specifiek gedragstherapeutische of leertheoretische visie op ontwikkeling bestaat. In het verleden is vaak gepleit voor zo'n visie, maar deze is tot dusver nauwelijks van de grond gekomen. In dit artikel wordt een kader voor zo'n visie gegeven. Ontwikkeling bestaat daarin uit twee componenten. Ten eerste ontwikkeling voor zover dat leren is en ten tweede ontwikkeling als het zich ontvouwen van de aangeboren structuren indien de vereiste stimuli worden aangeboden. Deze visie op ontwikkeling heeft voor de therapeutische praxis en de theorievorming belangrijke positieve aspecten.
Summary
A behaviour therapist who works with children and adolescents needs to take their developmental level into account. However, this usually does not mean that a specific behavioural therapeutic view on development exists. In the past, some behaviour therapists strongly argued in favour of such a view,but,as yet,nothing has developed. This article presents a framework for such a view. According to this view, development is seen as containing two elements. Firstly, development is part learning, and secondly, development is the unfolding of innate structures, providing that the right stimuli are presented. This framework for the integration of developmental psychological concepts and behavioural therapeutic concepts offers positive aspects for therapeutic practice and theory: more understanding and a greater effect.
Literatuur
Bakker–de Pree, B. (1987). Constructionele gedragstherapie. Deventer: Van Loghum Slaterus.
Bartels, A.A.J. (1990). Gedragstherapie, sociale competentie en ontwikkelingspsychologie. In J. de Wit, N.W. Slot, H.P.M. van Leeuwen & M. Meerum Terwogt (red.), Paedologie in de jaren negentig (pp. 103–111). Amersfoort/Leuven: Acco.
Bartels, A.A.J., & J. Heiner (1993). De condities voor optimale ontwikkeling: het belang van het kind. Bulletin Nederlandse Vereniging voor Adolescentenzorg (NVAZ), januari, 12 (3).
Byou, S.W., & Baer, D.M. (1978). Behavior analysis of child development. Princeton, NJ: Prentice Hall.
Erikson, E.H. (1968). Het kind en de samenlevig. Utrecht: Het Spectrum (Aula 181). Ver–taling van Childhood and Society. New York: Norton, 1963.
Erikson, E.H. (1971). Identiteit, jeugd en crisis. Utrecht: Het Spectrum (Aula 454). Ver–taling van Identity, Youth and Crisis. New York: Norton, 1968.
Heiner, J., & Bartels, A.A.J. (1989). Jeugdstrafrecht en het belang van het kind. Het belang van het kind nader omschreven. Tijdschrift voor familie– en jeugdrecht, 11, 59–67.
Hinde, R.A. (1983). Ethology and child development. In P.H. Mussen. Handbook of child psychology, 4th ed., Vol. 2: M.M. Haith & J.J. Campos (Vol. Eds.), Infancy and developmental psychobiology. New York: Wiley.
Hoogduin, C.A.L., & Haan, E. de (1984). Directieve therapie bij kinderen en adolescenten. Deventer: Van Loghum Slaterus.
Kazdin, A.E. (1987). Child psychotherapy. New York: Pergamon Press.
Kazdin, A.E. (1989). Developmental psychopathology. American Psychologist, 44, 180–187.
Landsheer, J.A., Prins, P.J.M., & Nijhoff–Huysse, M. (1991). Het gedragstherapeutische proces bij de behandeling van kinderen en jeugdigen. In J.W.G. Orlemans, P. Eelen & W.P. Haaijman (red.), Handboek voor gedragstherapie, C.13.2. Deventer: Van Loghum Slaterus.
Maslow, A.H. (1954). Motivation and personality. New York: Harper & Row.
Maslow, A.H. (1962). Toward a psychology of being. Princeton, NJ: Van Nostrand.
Morris, R.J., & Kratochwill, Th.R. (Eds.) (1983). The practice of child therapy. New York/Oxford: Pergamon Press.
Prins, P.J.M. (1992). Ontwikkeling, context en gedragsverandering bij kinderen. In J.W.G. Orlemans, P. Eelen & W.P. Haaijman (red.), Handboek voor gedragstherapie, C.13.10 (afl. 24). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Dr A.A.J. Bartels is senior–onderzoeker, gedragstherapeut en psycholoog–psychotherapeut aan het Paedologisch Instituut te Duivendrecht.
Drs F.E.M.H. Landman is gedragstherapeute en psychologe/psychotherapeute in opleiding, werkzaam bij de RIAGG Noordhage in Den Haag.
Correspondentieadres: Paedologisch Instituut, Postbus 303, 1115 ZG Duivendrecht.
Dit artikel is een bewerking van een voordracht, gehouden op de najaarsconferentie van de Vereniging voor Gedragstherapie, op 28 en 29 november 1992. De in het artikel beschreven therapie werd uitgevoerd door de tweede auteur en vond plaats tijdens een vorig dienstverband bij de psychiatrische polikliniek van het Reinier de Graaf Gasthuis te Delft.
About this article
Cite this article
Bartels, A.A.J., Landman, F.E.M.H. Gedragstherapie voor adolescenten: de ontwikkelingsfactor in de functieanalyse en de therapie. PSIE 19, 93–98 (1993). https://doi.org/10.1007/BF03061777
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03061777