Samenvatting
Before the era of cardiac surgery, congenital heart disease was one of the most important causes of infant death. Nowadays mortality is low and survival until adult age is rule rather than exception. Many patients have sequelae or residua after cardiac surgery that may change in clinical significance over the years. It is not uncommon that a re-intervention is indicated. Because of this, almost all patients operated upon in childhood for a congenital cardiac malformation require life-long, specialized medical care. Despite the presence of residual abnormalities and the need for life-long medical care, quality of life of most adult patients with a congenital cardiac malformation is good and comparable with that of the standard Dutch or Belgian population. Because of the sequelae and residua, a possible future re-intervention and an unknown life expectancy, the insurability and employability of patients is often problematic.
Samenvatting
Voor het tijdperk van de hartchirurgie waren aangeboren hartafwijkingen een van de belangrijkste oorzaken van zuigelingensterfte. Tegenwoordig is deze sterfte zeer gering en is overleving tot aan volwassen leeftijd vrijwel regel, uitgezonderd een kleine minderheid van patiënten met een zeer ernstige hartafwijking die ook nu nog niet goed operabel is. Veel patiënten hebben restafwijkingen na de hartchirurgische ingreep. Deze restafwijkingen kunnen in de loop van de tijd in ernst en hemodynamische betekenis veranderen, soms zodanig dat deze wederom een interventie behoeven. Dit betekent dat een groot deel van de geopereerde patiënten levenslange, specialistische controle nodig hebben. Ondanks aanwezigheid van restafwijkingen en de levenslange medische controle is de kwaliteit van leven van volwassen patiënten met een aangeboren hartafwijking in het algemeen goed, vergelijkbaar met die van de doorsneebevolking. In verband met de restafwijkingen, mogelijke toekomstige re-interventies en een onbekende levensverwachting zijn medische keuringen en verzekeringen voor veel patiënten problematisch.
Literatuur
Witsenburg M, Meijboom F, Spitaels SEC. Aangeboren hartafwijkingen. In: Roelandt JRTC, Lie KI, Wellens HJJ, Werf F van de, red. Cardiologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2002. p 247-81.
Mulder B, Meijboom F, Pieper E, Hamer H, red. Aangeboren hartafwijkingen bij volwassenen. Meppel: Boom, 2006.
Wren C, O'Sullivan JJ. Survival with congenital heart disease and need for follow-up in adult life. Heart. 2001;85(4):438-43.
MacMahon B, McKeown T, Record RG. The incidence and life expectation of children with heart disease. Br Heart J. 1953;15:121.
Meijboom FJ. Long-term outcome after surgery for congenital heart disease in infancy and childhood [thesis], Erasmus MC, 1995.
Roos-Hesselink JW. Congenital heart disease at adult age [thesis]. Erasmus MC, 2004.
Warnes CA. The adult with congenital heart disease: born to be bad? J Am Coll Cardiol. 2005;46(1):1-8.
Gatzoulis M. Adult congenital heart disease: education, education, education. Nat Clin Pract Cardiovasc Med. 2006;3(1):2-3.
Moons P. Quality of life in adults with congenital heart disease: beyond the quantity of life [thesis]. Leuven, 2004.
Kamphuis M. Quality of life in adults with congenital heart disease [thesis]. 2002.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Dr. F.J. Meijboom en dr. J.W. Roos-Hesselink, afdeling Cardiologie; prof. dr. A.J.J.C. Bogers, afdeling Cardiolpulmonale Chirurgie, Thoraxcentrum, Erasmus mc, Rotterdam.
Correspondentieadres: Dr. F.J. Meijboom, kamer Ba 300, Thoraxcentrum, Erasmus mc, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Meijboom, F.J., Roos-Hesselink, J.W. & Bogers, A.J.J.C. Aangeboren hartafwijkingen op volwassen leeftijd. KIND 74, 270–275 (2006). https://doi.org/10.1007/BF03061645
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03061645