Preventie van vroeggeboorte met progestativa

Summary

All treatment modalities aimed at prevention of a spontaneous preterm delivery – with the exception of a prophylactic cerclage in case of an evident insufficiency of the cervix – were till recently ineffective. However, prophylactic administration of progesterone by weekly injections or by daily vaginal administration from the 16th week of gestation onwards reduced significantly the incidence of spontaneous preterm delivery in pregnancies at high risk for preterm delivery as recently described in two randomised studies. After a spontaneous preterm delivery couples need to be informed about this prophylactic treatment in a next pregnancy.

Samenvatting

Alle behandelingen gericht op preventie van spontane vroeggeboorte, behoudens de profylactische cerclage in geval van een evidente cervixinsufficiëntie, waren tot voor kort niet effectief. Echter, profylactische toediening van progesteron in de vorm van een depotpreparaat of vaginale tabletten toegediend vanaf 16-20 weken verminderde in twee recente gerandomiseerde onderzoeken significant de incidentie van spontane vroeggeboorte bij zwangeren met een verhoogd risico hierop. Na een spontane vroeggeboorte dienen echtparen geïnformeerd te worden over deze mogelijkheid van preventie van een vroeggeboorte in een volgende zwangerschap.