Samenvatting
In dit commentaar worden de vier bijdragen aan het eerder gepubliceerde themanummer ‘Besluitvorming in de jeugdzorg’ (1995) besproken met speciale aandacht voor hun betekenis voor jeugdzorg en jeugdzorgbeleid. De onderzoeken geïnventariseerd door Knorth in ‘Besluitvorming over uithuisplaatsing in de jeugdzorg’ laten zien dat voor de formulering van toekomstig plaatsingsbeleid meer inzicht vereist is in de rol van de opnemer in samenhang met die van de plaatser. Toekomstig onderzoek zou zich bovendien moeten richten op alle potentiële plaatsingscasus in plaats van uitsluitend op de kinderen die daadwerkelijk in de residentiële of pleegzorg terechtgekomen zijn. De waarde voor de jeugdzorg van het door Pijnenburg en De Bruyn bestreken onderzoeksterrein in ‘Psychodiagnostische besluitvorming in teamverband’ zou toenemen door meer uniformiteit en intersubjectiviteit te brengen in de gehanteerde kwaliteitscriteria voor de beoordeling van de besluitvorming. Hermanns’ ‘verwetenschappelijkt’ model in ‘Besluitvorming in de jeugdzorg: het hulpverleningscontract als alternatief’ bevat waardevolle elementen voor de praktijk, maar het model wordt geïntroduceerd via een weinig overtuigende kritiek op de bestaande diagnostische middelen. De betekenis voor de jeugdzorg van ‘Het gebruik van onderzoeksgegevens bij besluitvorming in jeugdzorg en onderwijs’ door Harinck en Veerman wordt in twijfel getrokken.
Summary
In this comment the four contributions to the previously published special issue ‘Decision making in youth care’ (Kind en Adolescent,16(2), 1995) are discussed. The inventory of research reports about out–of–home placement offered by Knorth in Decision making on out–of–home placement in child and youth care makes clear that future placement policy needs more insight into the role of the admitting provision in its interconnectedness to that of the placement agency. Additionally, future research should concentrate on all potential placement cases instead of only on the children actually placed in residential institutions or foster care families. The significance for youth care of the research field covered by Pijnenburg en De Bruyn in Psychodiagnostics team decision making would be enhanced by introducing more uniformity and intersubjectivity in the criteria used for judging the quality of decision making. Hermanns's alternative model in Decision making in youth care. The guidance contract as an alternative contains valuable elements for youth care practice. It is introduced, however, via a less convincing criticism of current diagnostic means. The significance for youthcare of The use of research findings in decision making in youth care and education bij Harinck and Veerman is considered to be doubtful.
Literatuur
De Bruyn, E.E.J., Van der Linden, F. & Jansen, M. (1989). Verwijs– en opnamecriteria bij uithuisplaatsing en opname van jongeren in een residentiële setting. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 28, 128–143.
Hermanns, J.M.A., Knorth, E.J., Pijnenburg, H.M. & Sleeboom, I.A. (1995) (Red.). Besluitvorming in de jeugdzorg: praktijk en perspectief. Kind en Adolescent, 16, 59–154.
Jansen, M.G. & Oud, J.H.L. (1990). Residentiële hulpverlening geëvalueerd: een onderzoek naar de ontwikkeling en het behandelingsverloop van residentieel opgenomen jeugdigen in Noord–Brabant. Interimrapport 1. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Jansen, M.G. & Oud, J.H.L. (1993). Residentiële hulpverlening geëvalueerd: een onderzoek naar de ontwikkeling en het behandelingsverloop van residentieel opgenomen jeugdigen in Noord–Brabant. Eindrapport. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Lietaer, G. (1995). Vergelijkend proces– en effectonderzoek in de psychotherapie: een pleidooi voor integratie? Tijdschrift voor Psychotherapie, 21, 195–206.
Meehl, P.E. (1954). Clinical versus statistical prediction: A theoretical analysis and review of evidence. Minneapolis: University of Minnesota Press.
Ooyen–Houben, M.M.J. van (1991). De ontwikkeling van jonge kinderen na een uithuisplaatsing. Academisch proefschrift. Maastricht: Datawyse.
Ooyen–Houben, M.M.J. van (1992). De ontwikkeling van jonge kinderen na een uithuisplaatsing. Kind en Adolescent, 13, 167–178.
Ploeg, J.D. van der (1993a). Het residentiële veld in kaart. In J.D. van der Ploeg (Red.), Orthopedagogische werkvelden in kaart – Nederland (pp. 79–93). Leuven/Apeldoorn: Garant.
Ploeg, J.D. van der (1993b). Pleegzorg. In J.D. van der Ploeg (Red.), Orthopedagogische werkvelden in kaart – Nederland (pp. 57–65). Leuven/Apeldoorn: Garant.
Wels, P.M.A. & Robbroeckx, L.M.H. (1994). Gezinsbelasting van ouders van residentieel opgenomen kinderen vergeleken met die van ambulant behandelde gezinnen II. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 33, 63–75.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Dr. J.H.L. Oud is als universitair hoofddocent werkzaam aan het Instituut voor Orthopedagogiek van de KU Nijmegen
Contactadres: Instituut voor Orthopedagogiek, Postbus 9104, 6500 HE Nijmegen.
About this article
Cite this article
Oud, J.H.L. Besluitvormingsonderzoek in de jeugdzorg. KIAD 21, 122–129 (2000). https://doi.org/10.1007/BF03060768
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060768