Samenvatting
Onderzoek naar de effectiviteit van de residentiële jeugdhulpverlening is schaars. De weinige onderzoeken dáe zijn uitgevoerd hebben vaak betrekking op kleine, niet–representatieve steekproeven. Twaalf Noordbrabantse instellingen voor jeugdhulpverlening initieerden enkele jaren geleden een onderzoek naar de ontwikkeling van residentieel opgenomen jeugdigen. Door middel van voor– en nametingen bij ouders en groepsleiders werd de problematiek van negentig jeugdigen vastgesteld. Nagegaan werd of er verschillen zijn in de ontwikkeling van reguliere en voortijdige vertrekkers. Ouders nemen, over de gehele onderzoeksgroep gezien, een vermindering van de problematiek waar; groepsleiders zien gemiddeld geen veranderingen. Voortijdige vertrekkers hebben volgens beiden meer externaliserende problemen en maken een minder gunstige ontwikkeling door dan reguliere vertrekkers. De stelling wordt geponeerd dat de jeugdhulpverlening meer mogelijkheden moet krijgen voor de begeleiding van deze extreem moeilijke groep jeugdigen.
Notes
t-toets voor gepaarde waarnemingen, tweezijdig (?=0,05)
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
t-toets voor gepaarde waarnemingen, tweezijdig (?=0,05)
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
gemiddelde T-score valt in de problematische range
Literatuur
Arends, C. & Schüller, C. (1994). Residentiële hulpverlening onder de loep: een onderzoek naar gedragsveranderingen bij residentieel opgenomen jongeren. Doctoraalscriptie. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Bergh, P.M. van den (1991). Beslist geïnformeerd…? Een onderzoek naar de opnamebesluitvorming in drie internaten voor jeugdhulpverlening. Leuven/Apeldoorn: Garant.
Curry, J.F. (1991). Outcome research on residential treatment: Implications and suggested directions. American Journal of Orthopsychiatry, 61, 348–357.
Gageldonk, A. van & Bartels, A. (1990). Evaluatieonderzoek in de jeugdhulpverlening. Deel 1: Resultaten van een overzichtsstudie. Leiden: DSWO Press.
Hendriks, A.H.C. & Oud, J.H.L. (1992). Kwaliteit van hulpverlening in de Sprankel: nu en straks? Een onderzoek naar het hulpverleningsaanbod van Stichting de Sprankel en de hulpverleningsvraag in de regio Zuid–Oost–Brabant. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Jansen, M.G. (1988). Eind goed… al goed? Verslag van een onderzoek naar de wijze waarop bewoners van een orthopedagogisch instituut hun verblijf beëindigen en hun psychosociale situatie een half jaar of langer na het vertrek. Doctoraalscriptie. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Jansen, M.G. & Oud, J.H.L. (1990). Residentiële hulpverlening geëvalueerd: een onderzoek naar de ontwikkeling en het behandelingsverloop van residentieel opgenomen jeugdigen in Noord–Brabant. Interimrapport 1. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Jansen, M.G. & Oud, J.H.L. (1992). Residentiële hulpverlening geëvalueerd: een onderzoek naar de ontwikkeling en het behandelingsverloop van residentieel opgenomen jeugdigen in Noord–Brabant. Interimrapport 2. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Jansen, M.G. & Oud, J.H.L. (1993). Residentiële hulpverlening geëvalueerd: een onderzoek naar de ontwikkeling en het behandelingsverloop van residentieel opgenomen jeugdigen in Noord–Brabant. Eindrapport. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Kazdin, A.E. & Bass, M.S. (1988). Parent, teacher, and hospital staff evaluations of severely disturbed children. American Journal of Orthopsychiatry, 58, 512–523.
Klingsporn, M.J., Force, R.C. & Burdsal, C. (1990). The effectiveness of various degrees and circumstances of program completion of young male offenders in a residential treatment center. Journal of Clinical Psychology, 46, 491–500.
Knorth, E.J. & Bergh, P.M. van den (1994). Uit huis geplaatste kinderen in Europa. Kind en Adolescent, 15, 160–162.
Meijer, R.W. & Veerman, J.W. (1989). Gedragsbeoordeling door verschillende informanten. Kind en Adolescent, 10, 183–195.
Mesman Schultz, K. (1985). Het Driehuizen–project: adolescente jongens en tehuizen voor zeer intensieve behandeling. Den Haag: COWK.
Mesman Schultz, K. & Herfs, H. (1992). Zelfstandigheidstraining voor adolescenten: een onderzoek naar de effecten van residentiële behandeling. Kind en Adolescent, 13, 133–143.
Ooyen–Houben, M.M.J. van (1991). De ontwikkeling van jonge kinderen na een uithuisplaatsing. Maastricht: Datawyse.
Ooyen–Houben, M.M.J. van (1992). De ontwikkeling van jonge kinderen na een uithuisplaatsing: een prospectief longitudinaal onderzoek. Kind en Adolescent, 13, 167–178.
Oud, J.H.L. & Jansen, M.G. (1993). Hoe gezinsgericht is de residentiële hulpverlening? Gezin, 5, 128–156.
Pameijer, N.K., Zijlmans, S.W.M. & Vorstermans, M.G.C. (1994). Het gebruik van de CBCL–lijsten in de praktijk: mogelijkheden en moeilijkheden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 33, 87–103.
Ploeg, J.D. van der & Scholte, E.M. (1988). Tehuizen in beeld. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, Vakgroep Orthopedagogiek/Centrum Onderzoek Jeugdhulpverlening.
Ruyter, P.A. de, Hekken, S.M.J. van & Sanders–Woudstra, J.A.R. (1987). Residentiële jeugdhulpverlening, voorwerp van aanhoudende zorg: rapport ten behoeve van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Staatssecretaris van Justitie. Den Haag: Centrale Directie Voorlichting WVC.
Silver, S.E., Duchnowski, A.J., Kutash, K., Friedman, R.M., Eisen, M., Prange, M.E., Brandenburg, N.A. & Greenbaum, P.E. (1992). A comparison of children with serious emotional disturbance served in residential and school settings. Journal of Child and Family Studies, 1, 43–59.
Slot, N.W. (1988). Residentiële hulp voor jongeren met antisociaal gedrag. Lisse: Swets & Zeitlinger.
Slot, N.W., Bartels, A.A.J., Heiner, J., Kruijff, G. de & Distelbrink, M. (1980). GT3 eindverslag. Amsterdam: Paedologisch Instituut.
Smeets, P., Bronswijk, L. van, Oud, H. & Welzen, K. (1985). Residentiële hulpverlening in Noord–Brabant: een inventarisatie. Nijmegen: Instituut voor Orthopedagogiek.
Smit, M. (1993). Aan alles komt een eind. Een onderzoek naar beëindiging van tehuishulpverlening. Academisch proefschrift. Leiden: Drukkerij Faculteit der Sociale Wetenschappen.
Veerman, J.W. (1990). De ontwikkeling van kinderen na een periode van klinische hulpverlening. Amersfoort: Academische Uitgeverij.
Verhulst, F.C., Koot, J.M., Akkerhuis, G.W. & Veerman, J.W. (1990). Praktische handleiding voor de CBCL (Child Behavior Checklist). Assen/Maastricht: Van Gorcum.
Wouda, P.L. (1988) Uitval uit de jeugdhulpverlening: oorzaken en gevolgen. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, Centrum Onderzoek Jeugdhulpverlening.
Zimmerman, D.P. (1990). Notes on the history of adolescent inpatient and residential treatment. Adolescence, 25, 9–38.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Summary
Research on the effectiveness of residential youth care is limited. Most studies involve small, non–representative samples, so it is difficult to generalize the results with respect to Dutch youth care. Some years ago twelve institutions for youth care in the Dutch province of Noord–Brabant took the first step towards a study on the development of youngsters in residential care. The problems of about 90 youngsters were measured before and after treatment. Differences between the development of treatment completers and non–completers were examined. Parents obeserved a decrease of problems for the entire group, youth care workers noticed no changes. Non–completers had more externalizing problems and made less progress than treatment completers. The proposition is put forward that residential youth care should have more resources to help the most difficult youngsters.
Drs. M.G. Jansen, orthopedagoog, destijds junior–onderzoeker aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, is behandelingscoördinator in Lievenshove te Oosterhout, dat onderdeel is van de Stichting Jeugdhulp West–Brabant.
Mevr. drs. C.M.L. Schüller en mevr. drs. C. Arends, beiden orthopedagoog, studeerden in 1994 af aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op het hier besproken deelonderzoek.
Dr. J.H.L. Oud, socioloog, is universitair hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, Instituut voor Orthopedagogiek.
Contactadres: KU, Instituut voor Orthopedagogiek, Postbus 9104, 6500 HE Nijmegen.
About this article
Cite this article
Jansen, M.G., Schüller, C.M.L., Oud, J.H.L. et al. Evaluatieonderzoek in de residentiële jeugdhulpverlening. KIAD 16, 144–155 (1995). https://doi.org/10.1007/BF03060598
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060598