Skip to main content
Log in

Behandeling van bijkomende problemen bij kinderen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis

  • Published:
Dth

Samenvatting

Pervasieve ontwikkelingsstoornissen (waaronder de pdd-nos) kunnen gepaard gaan met andere problemen, zoals angst- en dwangklachten, depressieve klachten en zindelijkheidsproblemen. Voor deze problemen zijn effectieve behandelingen beschikbaar. Er is voorlopig geen reden om kinderen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis zo'n behandeling te onthouden. Wel is het belangrijk behandelprotocollen aan te passen aan de manier waarop deze kinderen informatie verwerken. In dit artikel bespreken we moeilijkheden die kunnen voorkomen in behandelingen bij deze doelgroep. De belangrijkste zijn de geringe motivatie van deze kinderen voor behandeling en hun moeite om uitleg van de therapeut te begrijpen, om opdrachten uit te voeren en om nieuw gedrag te generaliseren en te automatiseren. Ook bespreken we problemen in de therapeutische relatie. Over het algemeen is het belangrijk dat de therapeut tegemoetkomt aan een grotere behoefte aan voorspelbaarheid van het kind. Meer dan gebruikelijk moeten de ouders (en zo nodig de school) bij de therapie worden ingeschakeld. De therapeut moet zich erop instellen dat de therapeutische relatie meer instrumenteel van aard is. Een lange adem is niet alleen voor de therapie belangrijk, maar ook omdat de therapeut een model voor de ouders is.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Referenties

  • Bosch, J.D., & Ringrose, H.J. (1997). Mediatietherapie met ouders. Individueel en in groepen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.

    Google Scholar 

  • Gezondheidsraad (2000). Diagnostiek en behandeling van adhd. Den Haag: Gezondheidsraad. publicatienummer 2000/24.

  • Hoekzema-Kruidhof, J. (2002). Sociale vaardigheidstraining bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis. Dth, 22, 169-186.

    Google Scholar 

  • Howlin, P. (1998). Practitioner review: psychological and educational treatments for autism. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 39, 307-322.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Kendall, P.C. (1990). Coping Cat Workbook. Interne publicatie Department of Psychology, Temple University, Philadelphia, usa.

    Google Scholar 

  • Kendall, P.C. (1992). Stop and Think Workbook (second edition). Interne publicatie Department of Psychology, Temple University, Philadelphia, usa.

    Google Scholar 

  • Klin, A., & Volkmar, F.R. (2000). Treatment and Intervention Guidelines for Individuals with Asperger Syndrome. In A. Klin, F.R. Volkmar, & S.S. Sparrow, Asperger Syndrome (pp. 309-340). New York/Londen: The Guilford Press.

    Google Scholar 

  • Koeppen, A.S. (1974). Relaxation training for children. Elementary School Guidance and Counseling, 9, 14-21.

    Google Scholar 

  • Landsheer, J.A., Prins, P.J.M., & Nijhoff-Huysse, M.W.D. (1993). Het gedragstherapeutisch proces bij de behandeling van kinderen en jeugdigen. In P.J.M. Prins, Gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen (pp. 51-156). Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.

    Google Scholar 

  • Naudts, K.J., Hendriksen, J., & Prins, P.J.M. (1997). Stop en Denk. Rotterdam: Pedologisch Instituut.

    Google Scholar 

  • Nijhoff-Huysse, M.W.D. (1992). Gedragstherapie bij kinderen. In R. de Bruin-Beneder, M. Nijhoff-Huysse, E. Oosterhuis & T. Donker-Raijmakers, Kinderpsychotherapie. Basiskennis voor de praktijk van de psychotherapie (pp 155-216). Muiderberg: Dick Coutinho.

    Google Scholar 

  • Volkmar, F.R., Klin, A., Schultz, R.T., Rubin, E., & Bronen, R. (2000). Asperger's Disorder. American Journal of Psychiatry, 157, 262-267

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Scholing, A., & Hoofdakker, B.J. van den (2002). Informatieverwerkingsproblemen bij pervasieve ontwikkelingsstoornissen: een leertheoretische beschouwing. Dth, 22, 142-150.

    Google Scholar 

  • Serra, M., Mulder, E., & Minderaa, R.B. (2002). Aan autisme verwante contactstoornissen: klinisch beeld en classificatie. Dth, 22, 100-124.

    Google Scholar 

  • Veen-Mulders, L. van der (2002). Mediatietherapie bij ouders van kinderen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Dth, 22, 150-169.

    Google Scholar 

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Corresponding author

Correspondence to Barbara van den Hoofdakker.

Additional information

Abstract

Pervasive developmental disorders (including pervasive developmental disorder not otherwise specified (pdd-nos) are frequently associated with comorbid problems such as mood and affective disorders, obsessive-compulsive symptoms and elimination disorders. For these problems effective treatments are available. A comorbid pervasive developmental disorder should not prevent therapists from applying common treatment programs. They should, however, adapt these treatments to the problems with information processing these children have. In this paper we describe difficulties with standard programs in the treatment of children with a pervasive developmental disorder. These difficulties are lack of motivation for treatment, problems in understanding the therapist and executing tasks, such as generalizing and automatizing new behaviour patterns. Furthermore, possible problems in the therapeutic relationship are discussed. The need for predictability should be an important focus in therapy. Integrating parents (and if necessary teachers) in the treatment program is even more important than usually, when working with children. The therapist should be aware of a more instrumental relationship with the child. Finally, therapy may take a long time, which is reflected in the fact that the therapist is a role model for parents.

drs. B. van den Hoofdakker werkt als gedragstherapeut bij de polikliniek van het Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie te Groningen, onderdeel van Accare (Stichting Universitaire en Algemene Kinder- en Jeugdpsychiatrie Noord-Nederland). Ook is zij orthopedagoog en gedragstherapeut bij een Woon-, Werkgemeenschap voor (normaal begaafde, volwassen) Autisten te Zuidlaren. De wwa is onderdeel van de ggz Groningen. Correspondentieadres: Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Postbus 660, 9700 AR Groningen. Tel. 050-368 11 00.

dr. A. Scholing, klinisch psycholoog en psychotherapeut, is hoofd van de Amsterdamse vestiging van De Waag, centrum voor Ambulante Forensische Psychiatrie, en daarnaast als universitair hoofddocent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

van den Hoofdakker, B., Scholing, A. Behandeling van bijkomende problemen bij kinderen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis. DITH 22, 84–91 (2002). https://doi.org/10.1007/BF03060283

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060283

Navigation