Samenvatting
Geneeskunde en wetenschap zijn decennia geleden met elkaar getrouwd. Hun huwelijk was een ‘moetje’. Dat hun verbintenis vrucht afwerpt staat wel vast. Geen sterveling is in staat om de stroom van medisch–wetenschappelijke publikaties bij te houden, laat staan om al deze informatie op haar wetenschappelijke merites te beoordelen. Daarnaast wordt de gemiddelde medicus er niet in getraind het geneeskundig handelen kritisch te beschouwen. De geneeskunde die onderwezen wordt heeft bovenal het karakter van een religie waarin de arts de pastor is. Zijn patiënten–parochianen leveren voldoende materiaal om deze visie te bevestigen. Slechts een enkeling waagt zich aan een beschouwing van het fundament van de medische dogma's. Hun verbazing over de zwakte van dit fundament wordt hun zeker niet in dank afgenomen en bezorgde hun de Geuzen–naam: ‘De Vreselijke Nee–zeggers’.
Petr Skrabanek en James McCormick (1993). Dwalingen en dwaasheden in de geneeskunde. Nijmegen: SUN. 158 blz. (Oorspronkelijke titel: Follies en fallacies in medicine . 1989/1992.)
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Veenema, W.M. Dwalingen en dwaasheden. DITH 15, 135–136 (1995). https://doi.org/10.1007/BF03060119
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060119