Samenvatting
Uitgaande van het psychosomatisch gezinsmodel is onderzocht of gezinnen met een astmatisch kind zich onderscheiden van controle–gezinnen en andere, klinische gezinnen op de opvoedingsattitudes van de ouders, de relatie van de ouders en de gezinskenmerken cohesie en adaptatie. De gezinnen met een astmatisch kind (veertig in totaal) bleken met uitzondering van een hogere overbetrokkenheid voor de astmagroep, vergelijkbaar met de controlegroepen en in het algemeen in positieve zin af te wijken van de klinische groepen. Percentagegewijs vertoonden de gezinsleden uit de astmagroep de hoogste scores op cohesie (kluwen) en adaptatie (rigiditeit). Binnen de astmagroep bleek dit echter vooral te gelden voor de gezinnen met een kind met een beheersbaar astma (twintig in totaal). De ouders uit deze gezinnen vertoonden ook een groter interactioneel probleemoplossend vermogen dan de ouders uit de normgroep en de ouders uit de eveneens twintig gezinnen met een kind met een niet beheersbaar astma. Op basis van de gevonden resultaten wordt geconcludeerd dat een grote mate van betrokkenheid van gezinsleden en een gestructureerde aanpassing als positief gezien kunnen worden voor het welzijn van een (chronisch) ziek kind. De resultaten zijn in tegenspraak met de aanname dat psychosomatische ziekten als astma een gevolg zijn van een dysfunctioneel gezinsfunctioneren en een functie hebben voor het handhaven van het gezinsevenwicht.
Notes
p<0,05
p<0,001
p<0,001
p<0,05
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,0001
p<0,0001
Referenties
Baron, C., Lamarre, A., Veilleux, P., Ducharme, G., Spier, S. & Lapierre, J.–G. (1986). Psychomaintenance of childhood asthma: A study of 34 children. Journal of Asthma, 23, 67–79.
Baron, C., Veilleux, P. & Lamarre, A. (1992). The family of the asthmatic child. Canadian Journal of Psychiatry, 37, 12–16.
Buurmeijer, F. A. & Hermans, P. C. (1985). De gezinsdimensieschalen als hulpmiddel bij gezinsdiagnostiek. Tijdschrift voor Psychotherapie, 11, 336–346.
Buurmeijer, F. A. & Hermans, P. C. (1988). Gezinsfunctioneren en individuele stoornissen. Een vergelijkend onderzoek naar het functioneren van gezinnen met en gezinnen zonder manifeste stoornissen bij een van de gezinsleden . Academisch Proefschrift. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger.
Coyne, J.C. & Anderson, B.J. (1988). The ‘Psychomatic Family’ reconsidered: diabetes in context. Journal of Marital and Family Therapy, 14, 113–123.
Gustafsson, P. A., Kjellman, N. I. & Cederblad, M. (1986). Family Therapy in the treatment of severe childhood asthma. Journal of Psychosomatic Research, 30, 369–374.
Gustafsson, P. A., Kjellman, N. I., Ludvigsson, J. & Cederblad, M. (1987). Asthma and family interaction. Archives of Disease in chlildhood, 62, 258–263.
Hageman, P., Lange, A. van Dyck, R., Hoogduin, K. & Meijer, A. M. (1990). Het voorspellend vermogen van de Interactionele Probleem Oplossings Vragenlijst; Een onderzoek bij agorafobici, dwangneurotici, ouders van astmapatiënten en drugsverslaafden. Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie en haar Grensgebieden, 45, 335–344.
Janssens, J. M. A. M. & Oud, J. H. L. (1990). Boekbespreking. Gezin, 2, 52–56.
Kog, E., Vandereyken, W. & Vertommen, H. (1984). Het psychomatisch gezinsmodel. Kind en Adolescent, 5, 68–77.
Kinsman, R. A., Dirks, J. F. & Jones, N. F. (1982). Psychomaintenance of chronic physical illness: clinical assessment of personal styles affecting medical management. In: T. Milton, C. Green & R. Maugher (red.). Handbook of clinical health psychology. New York: Plenum.
Lange, A. (1983). Interactionele Probleem Oplossings Vragenlijst ( IPOV ). Deventer: Van Loghum Slaterus.
Leeuw, E. D. de (1986). Normering van de Amsterdamse versie van de Parental Attitude Research Instrument ( A–PARI ). Intern Rapport Onder–zoeksprogramma Opvoedingsdoelen en Opvoedingssituaties, Faculteit der Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Universiteit van Amsterdam.
Liebman, R., Minuchin, S. & Baker, L. (1974). The use of structural family therapy in the treatment of intractable asthma. American Journal of Psy–chiatry, 135, 535–540.
Meijer, A. M. (1987). Gezinsinvloeden bij astma, Directieve therapie, 7, 124–140.
Meijer, A. M. (in druk). Gezinsinvloeden bij astma. Over factoren, die een beheersbaar van een niet beheersbaar astma onderscheiden . Academisch proefschrift, Universiteit van Amsterdam.
Minuchin, S., Baker, L., Rosman, B. L., Liebman, R., Milman, L. & Todd, T. (1975). A conceptual model of Psychosomatic Illness in children. Archives of General Psychiatry, 32, 1031–1038.
Minuchin, S., Rosman, B. L. & baker, L. (1978). Psychosomatic Families. Cambridge: Harvard University Press.
Olson, D. H., Sprenkle, D. & Russell, C. S. (1979). Circumplex Model of Marital and Family Systems I: Cohesion and Adaptability Dimension, Family Types and Clinical Applications. Family Process, 18, 3–25.
Olson, D. H. (1986). Circumplex model VII: Validation studies and FACES III. Family Process, 25, 337–351.
Onnis, L., Tortolani, D. & Cancrini, L. (1986). Systemic Research on Chronicity Factors in Infantile Asthma. Family Process, 25 , 107–122.
Polderman, N., Meijer, A. M. & Hermanides, R. (1988). Ouders van drugsverslaafden. Directieve therapie, 8, 239–253.
Prange, M. E., Greenbaum, P. E., Silver, S. E., Friedman, R. M., Kutash, K. & Duchnowski, A. J. (1992). Family functioning and psychopathology among adolescents with severe emotional disturbances. Journal of Abnormal Child Psychology, 20, 83–102.
Schaefer, E. S. & Bell, R. Q. (1958). Development of a Parental Attitude Research Instrument. Child Development, 29, 334–361.
Veldhuizen, A. M. H. van & Last, B. F. (1988). Communicatie met het kind met kanker. De wet van de dubbele bescherming. Academisch Proefschrift, Universiteit van Amsterdam.
Zinko, T., Meijer, A. M. & Oppenoorth, W. H. (1991). Een onderzoek bij multiproblemgezinnen. Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, 7, 353–366.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Abstract
The value of the ‘psychosomatogenic family model’ for families with an asthmathic child. This study, based on the psychosomatogenic family model, investigated whether families with an asthmatic child are different from control groups and other, clinical groups. For this purpose the parental rearing attitudes,the relationship of the parents and the family character–istics enmeshment and rigidity are measured. The results indicate that the 40 families with an asthmatic child only differed from the control groups by a higher overprotectiveness of the parents. Compared with the clinical groups they were different in a positive sense. Proportionally the family members from the asthmatic families scored higher on the family characteristics enmeshment en rigidity. However, when the asthmatic group is divided into 20 families with a child with an intractable asthma and 20 families where the asthma of the child was under control, the last families proved to be significantly more enmeshed and rigid. These last families also showed a higher interactional problemsolving ability of the parents. These findings lead to the conclusion that the family characteristics enmeshment and rigidity may have a positive value for the welfare of a (chronically) ill child. The results are in opposition with the function of psychosomatic symptoms as homeostatic mechanisms for regulating family transactions.
Drs. A. M. Meijer, psycholoog, is verbonden aan de Faculteit der Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Zij promoveerde op een proefschrift over de invloed van gezinsfactoren op kinderen met astma.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Meijer, A. De waarde van het ‘psychosomatisch gezinsmodel’ bij gezinnen waarin een kind aan astma lijdt. DITH 13, 178–187 (1993). https://doi.org/10.1007/BF03060050
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060050