Skip to main content
Log in

Dissociatieve ervaringen bij Vlamingen en Nederlanders; een studie met de Dissociation Questionnaire (DIS–Q)

  • Published:
Dth

Samenvatting

Dit is de eerste studie naar het voorkomen van dissociatieve ervaringen bij Vlamingen en Nederlanders (n = 374) aan de hand van een nieuw ontwikkelde vragenlijst, de Dissociation Questionnaire (DIS–Q). De resultaten illustreren dat dissociatieve ervaringen relatief frequent voorkomen in de bevolking en significant verminderen met het ouder worden. Ongeveer 3% van de bevolking vermeldt ernstige dissociatieve ervaringen en 1% behaalt een score vergelijkbaar met de partiënten met meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Opvallend was het feit dat de meerderheid in deze groep mannen waren. Deze bevindingen suggereren dat het voorkomen van dissociatieve symptomen onderschat wordt door hulpverleners.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. DIS–Q1 = identiteitsverwarring DIS–Q2 = controleverlies DIS–Q3 = amnesie DIS–Q4 = verhoogde concentratie

  2. DIS–Q1 = identiteitsverwarring DIS–Q2 = controleverlies DIS–Q3 = amnesie DIS–Q4 = verhoogde concentratie

Referenties

  • American Psychiatric Association (1980). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Third Edition. APA, Washington, DC.

  • American Psychiatric Association (1987). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Third Edition, Revised. APA, Washington, DC.

  • Bernstein, E. M. & Putnam, F. W. (1986). Development, reliability, and validity of a dissociation scale. Journal of Nervous and Mental Disease, 174, 727–735.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Bliss, E. L. (1984). Hysteria and hypnosis. Journal of Nervous and Mental Disease, 172, 203–206.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Bliss, E. L. (1986). Multiple personality, allied disorders and hypnosis. Oxford University Press, New York.

    Google Scholar 

  • Boon, S. & Hart, O. van der (1988). Dissociëren als overlevingsstrategie bij fysiek en sexueel geweld. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid , 43, 1197–1207.

    Google Scholar 

  • Braun, B. G. (1986). Treatment of multiple personality disorder. American Psychiatric Press, Washington, DC.

    Google Scholar 

  • Chu, J. A. & Dill, D. L. (1990). Dissociative symptoms in relation to childhood physical and sexual abuse. American Journal of Psychiatry , 147, 887–892.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Coons, P. M. & Milstein, V. (1986). Psychosexual disturbances in multiple personality: Characteristics, etiology and treatment. Journal of Clinical Psychiatry, 47, 106–110.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Drayer, N. & Boon, S. (1990). Child sexual and/or physical abuse, dissociation and other trauma–related symptoms within a clinical population. In B. G. Braun & E. B. Carlson (Eds.), Dissociative disorders 1990: Proceedings of the 7th International Conference on Multiple Personality/Dissociative States (p. 68). Rush, Chicago.

    Google Scholar 

  • Frankel, F. H. (1990). Hypnotizability and dissociation. American Journal of Psychiatry, 146, 390–395.

    Google Scholar 

  • Hart, O. van der (1986). Pierre Janet over hysterie en hypnose. Directieve Therapie en Hypnose, 6, 223–246.

    Google Scholar 

  • Hart, O. van der (1988). Een overzicht van Janets werk over hysterie en dissociatie. Directieve Therapie en Hypnose, 8, 336–365.

    Google Scholar 

  • Hart, O. van der (Red.) (1991). Trauma, dissociatie en hypnose . Swets & Zeitlinger, Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Herman, J. L., Perry, J. C. & Kolk, B. A. van der (1989). Childhood trauma in borderline personality disorders. American Journal of Psychiatry, 146, 390–395.

    Google Scholar 

  • Hilgard, E. R. (1977). Divided consciousness: Multiple controls in human thought and action. John Wiley, New York.

    Google Scholar 

  • Janet, P. (1989). L'Automatisme psychologique. Parijs: Félix Alcan. Heruitgave: Société Pierre Janet, Parijs 1973.

    Google Scholar 

  • Kolk, B. A. van der (1987). Psychological Trauma . American Psychiatric Press, Washington, DC.

    Google Scholar 

  • Kolk, B. A. van der & Hart, O. van der (1989). Pierre Janet and the breakdown of adaptation in psychological trauma. American Journal of Psychiatry, 146, 1530–1540.

    PubMed  Google Scholar 

  • Nemiah, J. C. (1979). Dissociative amnesia: A clinical and theoretical reconsideration. In F. Kihlstrom & F. J. Evans (Eds.), Functional Disorders of Memory (pp. 303–323). Lawrence Erlbau, Hillsdale NJ.

    Google Scholar 

  • NoNo, R. & Kletti, R. (1977). Depersonalisation in response to life–threatining danger. Psychiatry, 18, 375–384.

    Google Scholar 

  • Ogata, S. N., Silk, K. R., Goodrich, S., Lohr, N. E., Westen, D. & Hill, E. M. (1990). Childhood sexual and physical abuse in adult patients with borderline personality disorder. American Journal of Psychiatry, 147, 1008–1013.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Putnam, F. W. (1989a). Diagnosis and treatment of multiple personality disorder. Guilford Press, New York.

    Google Scholar 

  • Putnam, F. W. (1989b). Pierre Janet and modern views of dissociation. Journal of Traumatic Stress, 2, 413–430.

    Article  Google Scholar 

  • Putnam, F. W., Guroff, J. J., Silbermann, E. K., Barban, L. & Post, R. M. (1986). The clinical phenomenology of multiple personality disorder. Journal of Clinical Psychiatry, 47, 285–293.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Riley, K. C. (1988). Measurement of dissociation. Journal of Nervous and Mental Disease, 176, 449–450.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Ross, C. A. (1991). Epidemiology of multiple personality disorder and dissociation. Psychiatric Clinics of North America, 14, 503–517.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Ross, C. A. & Ryan, L. (1989). Dissociative experiences in adolescents and college students. Dissociation, 2, 239–242.

    Google Scholar 

  • Ross, C. A., Norton, G. R. & Wozney, K. (1989). Multiple personality disorder: An analysis of 236 cases. Canadian Journal of Psychiatry , 34, 413–418.

    CAS  Google Scholar 

  • Ross, C. A., Joshi, S. & Currie, R. (1990). Dissociative experiences in the general population. American Journal of Psychiatry, 147, 1547–1552.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Sanders, S. (1986). The perceptual alteration scale: A scale measuring dissociation. American Journal of Clinical Hypnosis, 29, 95–102.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Steinberg, M., Rounsaville, B. & Cicchetti, D. V. (1990). The structured clinical interview for DSM–III–R dissociative disorders: Preliminary report on a new diagnostic instrument. American Journal of Psychiatry , 147, 76–82.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Steinberg, M., Rounsaville, B. & Cicchetti, V. (1991). Detection of dissociative disorders in psychiatric patients by a screening instrument and a structured diagnostic interview. American Journal of Psychiatry , 148, 1050–1054.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Terr, L. C. (1991). Childhood traumas: An outline and overview. American Journal of Psychiatry, 148: 10–20.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  • Vanderlinden, J., Vandereycken, W., Dyck, R. van en Vertommen, H. (1992a). Dissociation and traumatic experiences in eating disorder patients. International Journal of Eating Disorders (in press).

  • Vanderlinden, J., Dyck, R. van, Vertommen, H. en Vandereycken, W. (1992b). De Dissociation Questionnaire (DIS–Q). Ontwikkeling en karakteristieken van een dissociatievragenlijst. Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, 47, 134–147.

    Google Scholar 

  • Vanderlinden, J., Dyck, R. van, Vandereycken, W. & Vertommen, H. (1993). Dissociatie en traumatische ervaringen in de Nederlandse bevolking. In K. Hoogduin e.a., Jaarboek voor Psychiatrie en Psychotherapie .

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Abstract

This article describes the results of the first study on the prevalence of dissociative experiences in the general population in Flanders and the Netherlands, using a new selfreporting dissociation questionnaire, the DIS–Q. From a representative sample of the population, 378 subjects filled out the questionnaire. The results show that dissociative experiences are quite common in the general population and that their frequency is declining with age. About 3% of the population reports serious dissociative experiences and 1% scores as high as a group of patients with multiple personality disorder. These findings suggest that the prevalence of dissociative disorders is seriously underdiagnosed by mental health professionals.

Drs. J. Vanderlinden, psycholoog, is werkzaam bij het Universitair Centrum St. Jozef in Kortenberg (B.). Dr. R. van Dyck is hoogleraar psychiatrie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Dr. W. Vandereycken is hoogleraar psychopathologie aan de Katholieke Universiteit Leuven (B.). Dr. H. Vertommen is hoogleraar klinische psychologie aan de Katholieke Universiteit Leuven (B.) Correspondentieadres: Johan Vanderlinden, Universitair Centrum St. Jozef, Leuvensesteenweg 517, B–3070 Kortenberg, België.

Bijlage Dissociation Questionnaire (DIS-Q) met scoringsformulier

Bijlage Dissociation Questionnaire (DIS-Q) met scoringsformulier

Deze vragenlijst bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat enkele algemene vragen over uw achtergrond. In het tweede deel wordt u gevraagd aan te geven in welke mate de volgende ervaringen op u van toepassing zijn. De in de vragenlijst genoemde ervaringen kunnen zich voordoen als mensen onder invloed zijn van alcohol, drugs of medicijnen. Het is de bedoeling om deze vragenlijst te beantwoorden m.b.t. uw toestand zonder gebruik van dergelijke middelen. Wij vragen u om op de uitspraken te reageren door het nummer dat van toepassing is te omcirkelen. Elk antwoord is goed, als het maar uw eigen mening weergeeft.

Gelieve op elke uitspraak te reageren.

Voorbeeld

In welke mate is de volgende uitspraak op u van toepassing.

 

helemaal niet

een beetje

nogal

tamelijk veel

heel erg

Ik kan moeilijk een beslissing nemen.

1

2

&83;

4

5

Door één van de cijfers te omcirkelen kunt u aangeven of die uitspraak meer of minder op u van toepassing is. Indien zoals in het bovenvermelde voorbeeld, de uitspraak ‘nogal’ op u van toepassing is, omcirkelt u het cijfer 3. Zet bij elke uitspraak een cijfertje dat het meest op u van toepassing is.

1 = dat is helemaal niet toepasselijk

2 = dat is een beetje toepasselijk

3 = dat is nogal toepasselijk

4 = dat is tamelijk veel toepasselijk

5 = dat is heel erg toepasselijk

©Vanderlinden – Van Dyck – Vertommen – Vandereycken

Universitair Centrum St. Jozef

Leuvensesteenweg 517

3070 KORTENBERG

Deel 1

NAAM: ....................

DATUM: ....................

Wilt u invullen en aankruisen wat op u van toepassing is?

Uw leeftijd: ...... jaar

Uw geslacht:○ man

○ vrouw

Uw burgerlijke staat:○ Ongehuwd

○ Gehuwd

○ Samenwonend

○ Gescheiden

○ Weduwnaar/weduwe

Uw opleiding:○ Lagere school

○ Lagere beroepsopleiding

○ Mulo, Mavo

○ Middelbare beroepsopleiding

○ Havo, atheneum

○ Hogere beroepsopleiding

○ Universitaire opleiding

(De opleiding aankruisen, die het meest met uw opleiding overeenkomt.)

Herinnert u zich in uw leven zwaar belastende, levensbedreigende of traumatische gebeurtenissen?

○nee

○ ja, nl. (meerdere antwoorden mogelijk):

○ ernstig lichamelijk letsel

○ oorlogssituatie

○ seksuele mishandeling door niet-familieleden

○ fysische mishandeling

○ incest (seksuele mishandeling door familieleden)

○ anderszins, namelijk:

Deel 2

 

helemaal niet

een beetje

nogal

tamelijk veel

heel erg

1. Ik heb wel eens het gevoel alsof ik loop te dromen.

1

2

3

4

5

2. Ik heb regelmatig het gevoel dat alles onwerkelijk is.

1

2

3

4

5

3. Het komt wel eens voor dat ik het contact met mijn lichaam kwijt ben.

1

2

3

4

5

4. Ik prop mezelf vol met eten zonder erbij na te denken.

1

2

3

4

5

5. Ik ben aan het fietsen of autorijden en besef opeens dat ik mij niet meer kan herinneren van wat er onderweg gebeurd is.

1

2

3

4

5

6. Ik kan zomaar, zonder dat ik het wil, in lachen of huilen uitbarsten.

1

2

3

4

5

7. Het komt wel eens voor dat ik het gevoel heb iemand anders te zijn.

1

2

3

4

5

8. Het komt wel eens voor dat ik naar iemand luister en dan opeens merk dat ik een gedeelte of het gehele verhaal niet gehoord heb.

1

2

3

4

5

9. Wanneer ik moe ben, heb ik het gevoel alsof een kracht van buiten af bezit van mij neemt en bepaalt wat ik doe.

1

2

3

4

5

10. Ik kom in situaties terecht waarin ik niet wil zijn.

1

2

3

4

5

11. Ik voel wel eens een grote afstand tussen mezelf en wat ik denk en doe.

1

2

3

4

5

12. Ik vraag me wel eens af wie ik eigenlijk ben.

1

2

3

4

5

13. Ik vind wel eens nieuwe dingen tussen mijn spullen, waarvan ik mij niet kan herinneren dat ik ze gekocht heb.

1

2

3

4

5

14. Ik voel geregeld een drang om iets te eten zelfs wanneer ik geen honger heb.

1

2

3

4

5

15. Ik word wel eens boos terwijl ik dat helemaal niet wil.

1

2

3

4

5

16. Het komt wel eens voor dat ik vastbesloten ben iets te doen, maar dan doet mijn lichaam tegen mijn wil iets heel anders.

1

2

3

4

5

17. Ik voel me wel eens verward.

1

2

3

4

5

18. Er zijn momenten dat ik me niet kan herinneren waar ik de dag (of dagen) tevoren was.

1

2

3

4

5

19. Ik krijg wel eens te horen dat ik doe alsof vrienden of familieleden vreemden voor me zijn.

1

2

3

4

5

20. In bepaalde situaties ervaar ik mezelf als een gespleten persoonlijkheid.

1

2

3

4

5

21. Het komt wel eens voor dat ik van bepaalde belangrijke gebeurtenissen in mijn leven zoals eindexamendag, trouwdag, me niets meer herinner.

1

2

3

4

5

22. Soms wil ik iets zeggen, maar dan komt er iets heel anders over mijn lippen dan ik bedoelde.

1

2

3

4

5

23. Mijn stemming kan plotseling helemaal omslaan.

1

2

3

4

5

24. Soms doe ik iets zonder erbij na te denken.

1

2

3

4

5

25. Ik vergeet onmiddellijk wat anderen tegen mij zeggen.

1

2

3

4

5

26. Het komt voor dat ik iets aan het doen ben en dan opeens een black-out krijg.

1

2

3

4

5

27. Het komt voor dat ik in de spiegel kijk en mezelf niet herken.

1

2

3

4

5

(Continued)

     

28. Ik heb wel eens het gevoel alsof mijn lichaam een verandering ondergaat.

1

2

3

4

5

29. Ik heb wel eens het gevoel dat andere mensen de dingen en de wereld om me heen, niet echt zijn.

1

2

3

4

5

30. Ik heb het gevoel dat mijn lichaam niet van mij is.

1

2

3

4

5

31. Als ik televisie kijk, merk ik niets meer van wat er om me heen gebeurt.

1

2

3

4

5

32. Soms vallen hele stukken tijd weg en herinner ik me niet meer wat ik daarin gedaan heb.

1

2

3

4

5

33. Ik kan me iets dat vroeger gebeurd is zo levendig herinneren dat ik het gevoel heb het opnieuw te beleven.

1

2

3

4

5

34. Ik heb wel eens het gevoel alsof iemand anders in mij bepaalt wat ik doe.

1

2

3

4

5

35. Soms kom ik tot de ontdekking dat ik iets gedaan heb waarvan ik me niets kan herinneren.

1

2

3

4

5

36. Ik vraag me af hoe ik mezelf ervan kan weerhouden bepaalde dingen te doen.

1

2

3

4

5

37. Soms merk ik opeens dat ik op een plek ben die ik niet ken, zonder te weten hoe ik er gekomen ben.

1

2

3

4

5

38. Ik twijfel er wel eens aan of bepaalde herinneringen nu echt gebeurd zijn, of dat ik er alleen over gedroomd heb.

1

2

3

4

5

39. Soms ben ik op een plek die ik goed ken, maar die me vreemd en Bohn Stafleu van Loghum voorkomt.

1

2

3

4

5

40. Ik heb het gevoel dat ik bepaalde dingen doe zonder te weten waarom.

1

2

3

4

5

41. Soms denk ik of doe ik iets tegen mijn zin op een manier die helemaal niet bij mij past.

1

2

3

4

5

42. Ik merk dat ik bij alles wat ik doe, mezelf scherp in de gaten houd.

1

2

3

4

5

43. Ik ga soms zo op in fantasie of dagdromen dat het lijkt alsof het werkelijk gebeurt.

1

2

3

4

5

44. Het komt voor dat ik voor me uit zit te staren zonder aan iets te denken.

1

2

3

4

5

45. Ik denk vaak nergens aan.

1

2

3

4

5

46. Het kost me veel moeite om weerstand te bieden aan slechte gewoonten.

1

2

3

4

5

47. Ik vergeet soms waar ik iets gelegd heb.

1

2

3

4

5

48. Wanneer ik eet, doe ik dat zonder erbij na te denken.

1

2

3

4

5

49. Ik zit wel eens te dagdromen.

1

2

3

4

5

50. Ik zou willen dat ik mezelf beter in de hand had.

1

2

3

4

5

51. Wanneer ik loop, ben ik mij bewust van elke stap.

1

2

3

4

5

52. In bepaalde situaties merk ik dat ik dingen met het grootste gemak kan doen, die mij anders veel moeite kosten (bijv. sport, werk, sociale contacten).

1

2

3

4

5

53. Wanneer ik eet, ben ik mij bewust van elke hap.

1

2

3

4

5

54. Ik verlies elk gevoel van tijd.

1

2

3

4

5

55. Het komt wel eens voor dat ik niet meer weet of ik iets echt gedaan heb of het me alleen maar heb voorgenomen.

1

2

3

4

5

56. Ik wil wel eens twee dingen tegelijk doen die niet samengaan en merk dat ik in mezelf aan het praten ben over de voors en tegens.

1

2

3

4

5

57. Ik heb wel eens het gevoel alsof mijn geest gespleten is.

1

2

3

4

5

58. Ik vind wel eens briefjes, tekeningen of aantekeningen van mezelf, waarvan ik me niet kan herinneren dat ik ze gemaakt heb.

1

2

3

4

5

59. Ik heb het gevoel dat ik uit twee (of meer) personen besta.

1

2

3

4

5

60. Ik doe vaak iets zonder erbij na te denken.

1

2

3

4

5

61. Ik hoor wel eens stemmen in mijn hoofd die me zeggen wat ik moet doen of commentaar leveren op wat ik doe.

1

2

3

4

5

62. Ik zie mezelf anders dan anderen me zien.

1

2

3

4

5

63. Ik heb wel eens het gevoel dat ik door een waas naar de wereld kijk zodat de mensen en dingen om me heen ver weg of vaag lijken.

1

2

3

4

5

DIS–Q scoring formulier

Naam:

Datum:

DIS–Q1 &hrt;Identiteitsverwarring, –fragmentatie

DIS–Q2 &hrt;Verlies van controle

DIS–Q3 &hrt;Amnesie

DIS–Q4 &hrt;Verhoogde concentratie

Nr

Score

Nr

Score

Nr

Score

Nr

Score

2

 

1

 

13

 

33

 

3

 

4

 

18

 

42

 

7

 

5

 

19

 

51

 

9

 

6

 

21

 

52

 

10

 

8

 

25

 

53

 

11

 

14

 

26

 

56

 

12

 

15

 

31

   

16

 

17

 

32

   

(Continued)

       

20

 

23

 

35

   

22

 

24

 

37

   

27

 

38

 

45

   

28

 

43

 

47

   

29

 

44

 

55

   

30

 

46

 

58

   

34

 

48

     

36

 

49

     

39

 

54

     

40

 

60

     

41

       

50

       

57

       

59

       

61

       

62

       

63

       

som =

 

som =

 

som =

 

som =

 

som: 25 =

 

som: 18 =

 

som: 14 =

 

som: 6 =

 

DIS–Q Totaal score = Totaal som: 63 =

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Vanderlinden, J., van Dyck, R., Vandereycken, W. et al. Dissociatieve ervaringen bij Vlamingen en Nederlanders; een studie met de Dissociation Questionnaire (DIS–Q). DITH 13, 27–36 (1993). https://doi.org/10.1007/BF03060020

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03060020

Navigation