Samenvatting
Erkenning geven aan verdriet betekent meer verlichting dan het wegduwen of verzwijgen. Ook al rouwen geen twee mensen op dezelfde wijze, toch kan men bij de meesten gelijkaardige belevingen en reacties terugvinden. In deze bijdrage wordt een model van verwerking beschreven als een rouwarbeid, die uit vier verschillende taken bestaat. Ten eerste: onder ogen zien van de werkelijkheid van het verlies. Ten tweede: ervaren van de pijn van het verlies. Ten derde: aanpassen aan het leven zonder de ander. Ten vierde: het verlies een plaats geven en opnieuw leren houden van het leven.
Telkens wordt aangeduid hoe men rouwenden kan helpen in het opnemen van deze taken, om uiteindelijk tot verwerking te komen. Er wordt duidelijk gemaakt dat rouw geen ziekte is, en wat het onderscheid uitmaakt tussen normale en pathologische rouw.pathologische rouw Het geheel wordt afgesloten met enkele suggesties die het onbevooroordeeld luisteren naar rouw en verdriet kunnen stimuleren.
Literatuur
Spitz B., Keirse M., Vandermeulen A. Omgaan met miskraam. Tielt: Lannoo; 2004.
Keirse M. Eerste opvang bij perinatale sterfte. Gedragingen en attitudes van ouders en hulpverleners. 2e druk. Leuven: Acco; 1990.
Keirse M. Omgaan met ziekte. Een gids voor de patiënt, het gezin en de zorgverlener. Tielt: Lannoo; 2004.
Worden JW. Grief counselling and grief therapy. London: Tavistock; 1983.
Keirse M. Helpen bij verlies en verdriet. Een gids voor het gezin en de hulpverlener. 16e druk. Tielt: Lannoo; 2004.
Keirse M. Vingerafdruk van verdriet. Woorden van bemoediging. 7e druk. Tielt: Lannoo; 2004.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
klinisch psycholoog en doctor in de medische wetenschappen, is hoofddocent aan de faculteit Geneeskunde van de Katholieke Universiteit Leuven en algemeen directeur-bestuurder van Regionaal Ziekenhuis H. Hart Leuven.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Keirse, E. Omgaan met rouw. BIJB 21, 12–19 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03059824
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03059824