Skip to main content
Log in

Zelfverwondend gedrag bij jongeren met een verstandelijke beperking

  • Article
  • Published:
Kind & Adolescent Praktijk Aims and scope

Abstract

Belangrijke voorspellers voor het optreden van zelfverwondend gedrag bij jongeren met een verstandelijke beperking zijn: comorbiditeit met een autismespectrumstoornis en een laag niveau van verstandelijk functioneren. Er worden vier syndromen besproken waarbij zelfverwondend gedrag deel uitmaakt van het gedragsfenotype. Diagnostisch dient met deze voorspellende factoren rekening te worden gehouden en daarnaast met zintuiglijke handicaps, lichamelijke aandoeningen en de mogelijkheid van onderliggende depressie. Een functionele analyse van het zelfverwondend gedrag met uitlokkende, contingente en bekrachtigende factoren is voorwaarde voor een goede behandeling. Zelfverwonding kan als doel hebben: het opwekken van sensorische sensaties, het vermijden van prikkels, het verkrijgen van sociale bekrachtiging en het tegengaan van hyperarousal. Operante principes die worden toegepast zijn: negeren van gedrag, bekrachtiging van ander, gewenst gedrag en nietcontingente bekrachtiging. Operante gedragstherapeutische behandeling en systematische beïnvloeding van het leefmilieu vormt de eerstelijnsstrategie bij zelfverwondend gedrag. Medicatie komt meestal pas als tweedelijnsstrategie in aanmerking, en dan met duidelijke regels en beperkingen.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatuur

  • Aman, M.G., Lindsay, R.L., Nash, P.L., & Arnold, E. (2003). Individuals with mental retardation. Chapter 46. In: A. Martin, L. Scahill, D.S. Charney, & J.F. Leckman (Eds.) Pediatric psychopharmacology. Principles and practices. Oxford: Oxford University Press, pp. 617-631.

  • American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Fourth Edition, text revision. DSM-IV-TR. Washington: APA.

  • Berlo, W. van (1995). Seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke handicap. Delft: Eburon.

  • Bijman-Schulte, A.M., Schneider, M.J., & Jansen, O.G.C. (1995). Het ontstaan van zelfverwondend gedrag bij verstandelijk gehandicapten. Amsterdam: VU.

  • Claes, L., & Vandereycken, W. (2007). Self-injurious behavior: differential diagnosis and functional differentiation. Science Direct, in press.

  • Didden, R. (1998). Experimenteel onderzoek naar de functies van zelfverwondend gedrag. In: P.C.C. Duker & R. Didden, Behandelingsstrategieën bij zelfverwondend gedrag, Houten: Cure and Care Development, Bohn Stafleu van Loghum, 39-61.

  • D˘osen, A., & Menolascino, F.J. (red.) (1990). Depression in mentally retarded children and adults. Leiden: Logon.

  • Eussen, M., & Franzen, T. (2007). Automutilatie bij jongeren. Kind en Adolescent Praktijk, 6, 24-32.

    Google Scholar 

  • Favazza, A.R., & Rosenthal, R.J. (1993). Diagnostic Issues in Self-mutilation. Hospital and Community Psychiatry, 44,134-140.

    Google Scholar 

  • Harris, J.C. (1995). Developmental Neuropsychiatry. Volume 2: Assessment, diagnosis and treatment of developmental disorders. Oxford, New York: Oxford University Press.

  • Jacobson, J.W., & Ackerman, L.J. (1990). Differences in adaptive functioning among people with autism of mental retardation. Journal. of Autism and Developmental Disorders, 20, 205-219.

    Google Scholar 

  • King, B.H., Hodapp, R.M., & Dijkens, E.M. (2005). Mental Retardation. In: B.J. Kaplan & V.A. Saddock, (red.) Comprehensive textbook of Psychiatry. Volume 2 chapter 34. Lippincot, Williams, Wilkins, 8th edition.

  • Kraijer, D.W. (1996). Risicofactoren voor het vertonen van automutilatie. Nederlands Tijdschrift voor de zorg aan verstandelijk gehandicapten, 22, 248-263.

  • Kraijer, D.W. (1997) Autism and autistic-like conditions in mental retardation. Lisse: Swets & Zeitlinger.

  • Kraijer, D.W. (2004). Ontwikkelingsstoornis en ontwikkelingstekort. In: D. Kraijer, Handboek autismespectrumstoornissen en verstandelijke beperking. Lisse: Harcourt Book Publishers.

  • Nock, M.K., & Prinstein, M.J. (2005). Contextual features and behavioral functions of self-mutilation among adolescents. Journal of Abnormal Psychology. 200, 114: 140-6

    Google Scholar 

  • Verhoeven, W.M.A., & Tuinier, S. (1998). Diagnostiek en medicamenteuze behandeling van zelfverwondend gedrag bij verstandelijk gehandicapten. In: P.C.C. Duker & R. Didden, Behandelingsstrategieën bij zelfverwondend gedrag, Houten: Cure and Care Development, Bohn Stafleu van Loghum.

  • Willemsen-Swinkels, S.H., Buitelaar, J.K., & Nijhoff, G.J. (1995). Failure of naltrexone hydrochloride to reduce self-injurious and autistic behavior in mentally retarded adults. Archives General Psychiatry, 52, 766-773.

    Google Scholar 

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Corresponding author

Correspondence to Mart Eussen.

Additional information

werkzaam bij de Grote Rivieren te Dordrecht locatie de Kreek Overkampweg 135

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Eussen, M. Zelfverwondend gedrag bij jongeren met een verstandelijke beperking. KIAP 6, 104 (2007). https://doi.org/10.1007/BF03059652

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03059652

Keywords

Navigation