Samenvatting
Al 25 jaar wordt de ziekte van Alzheimer pathogenetisch in verband gebracht met een deficiëntie van de neurotransmitter acetylcholine in de hersenen. Toch realiseert men zich dat dit niet het enige is. Steeds prangender wordt de vraag wat de rol is van de β-amyloïdafzettingen, van de zogenaamde tau-eiwitknopen, van oxydatieve stress en van een zeer waarschijnlijke ontstekingscomponent? Beïnvloeding van deze processen zou immers het ziektebeloop kunnen sturen. Momenteel worden geneesmiddelen ontwikkeld die ingrijpen op deze processen: de zogenaamde disease modifying agents.
Literatuur
Walker LC, Rosen RF. Alzheimer therapeutics – what after the cholinesterase inhibitors? Age and Ageing 2006; 35: 332-36.
Tabet N. Acetylcholinesterase inhibitors for Alzheimer’s disease: anti-inflammatories in acetylcholine clothing! Age and Ageing 2006; 35: 336-39.
Author information
Authors and Affiliations
Verkrijgbaar
Verkrijgbaar
Donepezil: in Nederland niet verkrijgbaar
Galantamine: in Nederland verkrijgbaar als Reminyl®
Rivastigmine: in Nederland verkrijgbaar als Exelon®
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van der Does, E. Alzheimer, hoe verder?. MFAM 44, 249–250 (2006). https://doi.org/10.1007/BF03058852
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03058852