Samenvatting
Histamine oefent zijn fysiologische werking uit door zich te binden aan een celgebonden receptor. Er zijn vier typen histaminereceptoren beschreven: de H1-, H2-, H3- en H4-receptor. De H1- en H2-receptoren komen het meeste voor; H1- receptoren komen vooral voor op neuronen en op glad spierweefsel van de luchtwegen en bloedvaten; H2-receptoren vooral op pariëtale cellen in de mucosa van de maag en op hartspierweefsel. H3-receptoren komen voornamelijk op neuronen voor; H4-receptoren komen vooral voor op cellen in het beenmerg en op hemopoëtische cellen.
Literatuur
Simons FER. Advances in H1-antihistamines. N Engl J Med 2004;351(21):2203-15
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Bruijnzeel, P.L.B. Verbeteringen van de H1-antihistaminica. MFAM 43, 40–41 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03058540
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03058540