Een niet-farmacologische aanpak van hypertensie wordt vaak als eerste mogelijkheid genoemd in standaarden. Bij bestaande hypertensie heeft een zoutbeperking of een caloriebeperking enig effect. Hoe helpen deze maatregelen om hypertensie te voorkomen?

Enige tijd geleden werd TOHP II gepubliceerd (Trials Of Hypertension Prevention). Het idee erachter was: hypertensie lijkt voor ongeveer de helft exogeen bepaald; met name zout en overgewicht lijken beïnvloedbare factoren. Ten tweede: behandeling van bestaande hypertensie is duur en verlaagt het risico niet geheel; patiënten met behandelde hypertensie houden een hoger cardiovasculair risico dan normotensieven bij dezelfde bloeddruk. Ten derde: bevolkingsonderzoeken hebben gesuggereerd dat geringe bloeddrukdalingen, zoals 2 mmHg, het risico op coronarialijden met 6% verminderen en op CVA en TIA zelfs met 15%.

TOHP II includeerde 2.382 mensen met een spontane bloeddruk systolisch <140 mmHg en diastolisch 83 tot 89 mmHg; ze waren wat te dik, 110 tot 165% boven hun ideaal gewicht en 30 tot 54 jaar oud. De deelnemers werden begeleid om af te vallen (streven minstens 4,5 kg, tien Amerikaanse ponden), om minder zout te gebruiken (streven minder dan 80 mmol per dag), om beide te doen of geen van beide.

Na zes maanden was het gewicht hetzelfde gebleven in de groep zonder begeleiding (94 kg), 4,5 kg lager met begeleide energiebeperking en 1,1 kg minder met begeleide zoutbeperking. Na drie jaar was hier alleen in de energiebeperkte groepen nog 2 kg van over.

Na zes maanden was de natriumuitscheiding in de urine gering afgenomen in de groep zonder begeleiding (van 184 mmol/dag, overeenkomend met 15 gram keukenzout!), en met ca. 70 mmol gedaald in de begeleide groepen. Na drie jaar bedroeg het verschil nog 20 ’ 35 mmol.

Na zes maanden was de bloeddruk ten opzichte van de placebogroep gedaald met 3,7/2,7 mmHg in de vermageringsgroep, met 2,9/1,6 mmHg in de zoutarme groep en met 4,0/2,8 mmHg in de gecombineerd actieve groep. Na drie jaar waren deze getallen 1,3/0,9, 1,2/0,7 en 1,1/0,6 mmHg. Het aantal mensen dat kwalificeerde als hypertensief na vier jaar (>140 mmHg systolisch of >90 mmHg diastolisch) bedroeg 44% in de onbegeleide groep en 38% in de begeleide groepen.

Een begeleidend redactioneel commentaar concludeert:

  1. 1.

    zowel energiebeperking als zoutbeperking geeft een zeer bescheiden bloeddrukdaling;

  2. 2.

    de combinatie van beide interventies heeft geen additief effect;

  3. 3.

    energiebeperking heeft meer effect dan zoutbeperking;

  4. 4.

    de effecten nemen in de loop van de tijd verder af;

  5. 5.

    de incidentie van hypertensie neemt enigszins af.

Thomas Pickering concludeert dat het ontwikkelen van preventieve strategieën voor vetzucht ook in de hypertensiewereld maximale prioriteit moet hebben.