NSAID remmen het enzym cyclo-oxygenase (COXCOX), het sleutelenzym in de synthese van prostaglandines. Men vermoedt dat deze COX-remming de nuttige anti-inflammatoire, antipyretische en analgetische effecten van NSAID verklaart. Dezelfde COX-remming zou ook leiden tot gastrointestinale erosies en ulcera.

De ontdekking dat er twee COX-isoenzymen zijn, heeft de hoop gewekt dat nuttige en schadelijke effecten van COX-remming te scheiden zijn. COX-2 komt in lage concentraties voor in de meeste cellen, ook in de mucosa. In geval van ontsteking neemt de lokale productie toe. COX-1 wordt continu aangemaakt in de meeste weefsels. Een NSAID dat COX-2 remt maar COX-1 ontziet, zou ontstekingsremmend kunnen zijn zonder toxische effecten.

Zoals er meer of minder bèta1-selectieve bètablokkeerders zijn, zo verschilt ook de selectiviteit van oude en nieuwe NSAID voor COX-2. Onderzoek naar deze selectiviteit geschiedde in het diermodel of in geïsoleerde humane cellen, niet in de intacte maagmucosa.

Texaanse auteurs beschrijven hun ex-vivo humane model voor de selectiviteit van NSAID voor COX-1 en COX-2. Ze gebruikten bloedplaatjes voor COX-1-activiteitsmetingen en monocyten/macrofagen voor COX-2-activiteitsmetingen. In 24 maagbiopten per vrijwilliger werd de prostaglandinesynthese gemeten na incubatie met zes verschillende doseringen van verschillende NSAID (mmol-remming van COX-1 testend daarmee).

Het resultaat was verre van eenduidig en bevestigde het zeer beperkte nut van de gebruikte modellen van COX-1 en COX-2. In een muizenmodel waren indometacine en piroxicam vrij COX-1-selectief, in het hier gebruikte humane en ex-vivo model was de selectiviteit verdwenen. Ook de selectiviteitsindex die in eerder onderzoek was gevonden in runder-endotheelcellen en muizenmacrofagen voor acetylsalicylzuur, indometacine en ibuprofen (COX-1-remmend vooral), werd niet bevestigd.

Omgekeerd leek in hetzelfde diermodel diclofenac niet selectief, terwijl in het hier gepubliceerde humane model diclofenac duidelijk COX-2-specifiek bleek. Desondanks remde diclofenac nog steeds de prostaglandine-synthese in de maagbiopten (via COX-1-remming dus). We kunnen zo nog even doorgaan.

De auteurs concluderen: zelfs een hoge mate van COX-2-selectiviteit garandeert geen interferentie met de gastrische prostaglandine-E-productie. Deze interferentie hangt af van de selectiviteit voor COX-2 maar ook van de potentie van het middel en de farmacokinetiek ervan, zowel lokaal als systemisch.

Redactie MFM: COX-2-selectiviteit is voorlopig een zeer abstract gegeven. Laten we ons voorlopig niet wéér een oor laten aannaaien met surrogaatparameters.