Het pancreascarcinoom is moeilijk tijdig te diagnosticeren. Mede daardoor is binnen zes maanden de helft van de patiënten al overleden en zijn binnen een jaar vrijwel alle patiënten niet meer in leven.

Als radicale chirurgie niet meer mogelijk is, resten alleen palliatieve ingrepen, zoals gastroenterostomie en biliodigestieve stentplaatsing via ERCP. Het carcinoom is nauwelijks gevoelig voor chemotherapie en radiotherapie.

Een lichtpuntje komt van een chirurgische serie uit Cambridge, waarin het effect van het antiandrogeen flutamide is onderzocht.

In drie jaar werden 49 patiënten ingesloten in een gerandomiseerd en geblindeerd onderzoek, waaronder ook 23 vrouwen. Ze kregen 3 dd 250 mg flutamide of placebo; de verdere zorg was gelijk. Zeventien patiënten hadden kleine tumoren, de andere hadden een uitgebreide tumormassa; 36 patiënten kregen minstens zes weken onderzoeksmedicatie. Voor de ‘intention to treat’ analyse waren dus 49 patiënten beschikbaar, voor de ‘on protocol’ analyse de 36 genoemde patiënten.

De gemiddelde overlevingstijd steeg van 120 dagen tot 226 dagen (intention to treat); bij ‘on protocol’ analyse steeg de overleving bij flutamide van 165 naar 350 dagen (met twee patiënten die na drie jaar nog in leven zijn). Als bijwerking bemerkten de mannen vaak een tintelen rond de tepels, drie mannen kregen gynaecomastie. Tussen mannen en vrouwen was er geen verschil in overleving in beide groepen. Androgenen lijken een groeifactor te zijn bij prostaatkanker; blokkeren ervan beïnvloedt de overleving aanzienlijk.