Skip to main content
Log in

Handreiking ‘Gegevensuitwisseling in het kader van bemoeizorg’ onder de juridische loep

  • Forum
  • Published:
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Samenvatting

Stonden in de jaren zeventig zelfontplooiing en zelfbeschikking van burgers centraal binnen het overheidsbeleid ten aanzien van de gezondheidszorg, sinds midden jaren negentig wordt meer en meer erkend dat het bieden van hulp soms gepaard moet gaan met beperking van iemands keuzevrijheid. Dit is bijvoorbeeld het geval bij hulpverlening aan ‘verkommerden en verloederden’, ook wel bemoeizorg genoemd. De noodzaak van bemoeizorg kan zijn gelegen in het welzijn van de betrokkene zelf (voorbeeld: psychiatrische patiënt die zichzelf ernstig verwaarloost) alsook in het belang van ‘derden’ en de maatschappij (voorbeeld: brandgevaar veroorzaakt door een verslaafde bewoner die daar geen notie van heeft).

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. Blijkens het – in het kader van het op 18 april 2005 gehouden afscheidssymposium ter ere van scheidend vice-voorzitter van het CBP, U. van de Pol, uitgereikte – document ‘Privacy in samenwerkingsverbanden. Normatieve contouren voor het delen van informatie over personen’ is het de wens van het CBP om privacynormen voor samenwerkingsverbanden, zoals ten aanzien van bemoeizorg, ‘(…) in nauwe samenspraak met organisaties die de samenwerkingsverbanden in de praktijk gestalte geven, verder door te denken’ (curs. MCP en JCJD).

  2. Inleiding van deel II van de Handreiking (context en toelichting).

  3. Zie hierover o.m. M.H.N. Schermer, ‘Drang en informele dwang in de zorg’, in: Signalering Ethiek en Gezondheid 2003, RVZ: 2003, p. 33.

  4. Men denke hierbij onder meer aan verslaafden, dak- en thuislozen, sociaal-geïsoleerden (de groep wordt ook wel aangeduid als: ‘verkommerden en verloederden’). Overigens wordt er in de toelichting op de Handreiking (zie p. 6) op gewezen dat de indicatie voor bemoeizorg in het algemeen lastig te stellen is.

  5. Zie deel II van de Handreiking – context en toelichting, p. 5-6.

  6. H.J.J. Leenen, Handboek gezondheidsrecht, Rechten van mensen in de gezondheidszorg (vierde druk, bewerkt door H.J.J. Leenen en J.K.M. Gevers), Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum 2000, p. 203.

  7. Kamerstukken II 1989/90, 21 561, nr. 3, p. 48-49.

  8. W.J.A.M. Dijkers en T.P. Widdershoven, De Wet Bopz, Artikelsgewijs commentaar, Koninklijke Vermande, aantekening 3.5.2 bij art. 2 Wet Bopz.

  9. Deze verwerkingsgrond dient – aldus de wetgever – eng te worden geïnterpreteerd; er moet sprake zijn van een dringende medische noodzaak, zoals in het geval van een grootschalige ramp waarbij terstond maatregelen in de sfeer van de hulpverlening moeten worden getroffen of hulpverlening aan bewoners van een huis dat in brand staat. Kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr. 3, p. 84.

  10. Zie p. 8.

  11. Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 21 januari 2003 en Centraal Tuchtcollege 16 januari 2001, nr. 1999/283, zie www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl. Van deze zaken lijkt vooral de eerstgenoemde relevant. Het ging in deze zaak om een psychiater die een collega-psychiater van de RIAGG alvast informatie over een (zorgmijdende) patiënt verstrekt zodat de RIAGG – op het moment dat zich een acute crisissituatie voordoet rond de patiënt – beter kan interveniëren. Het college acht deze gang van zaken ‘(…) [getuigen] van een goed hulpverlenerschap’. De psychiater kon in deze situatie aan dit belang voorrang geven boven het algemeen belang dat door de norm van de zwijgplicht wordt beschermd. Terwijl de tuchtrechter in deze zaak strikt vasthoudt aan het uitgangspunt dat de zwijgplicht ook geldt ten aanzien van familieleden, wordt ons inziens met het vraagstuk van gegevensuitwisseling tussen niet rechtstreeks bij de behandeling betrokken hulpverleners wel heel gemakkelijk omgegaan.

  12. Uit Bijlage I van de Handreiking blijkt bijvoorbeeld dat het ook kan voorkomen dat de politie of een woningbouwcorporatie kennisneemt van medische gegevens.

  13. Leenen 2000, p. 234-235 (zie noot 7).

  14. Zie de richtlijnen 4-6.

  15. Leenen 2000, p. 234 (zie noot 7).

  16. Zie ook het omvangrijke aantal civielrechtelijke uitspraken waaruit blijkt dat de rechter aan dit aspect van de zwijgplicht (het algemeen belang dat patiënten zich in vertrouwen tot hulpverleners kunnen wenden) grote waarde hecht; zie Leenen 2000, p. 233 (zie noot 7), en de aldaar vermelde rechtspraak.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

M.C. Ploem is werkzaam als secretaris evaluatie regelgeving bij ZonMw en als universitair docent verbonden aan de afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC; J.C.J. Dute is hoogleraar gezondheidsrecht aan het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, Erasmus MC/Erasmus Universiteit Rotterdam.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Ploem, M.C., Dute, J.C.J. Handreiking ‘Gegevensuitwisseling in het kader van bemoeizorg’ onder de juridische loep. TGVR 29, 403 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03056166

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03056166

Navigation