Samenvatting
Een tweetal artsen wordt vervolgd wegens moord c.q. doodslag in het kader van actieve levensbeëindiging van een patiënte. Door middel van een modelverslag is van deze levensbeëindiging melding gemaakt bij de gemeentelijk lijkschouwer, die de zaak heeft voorgelegd aan de Toetsingscommissie euthanasie. De commissie bericht aan de lijkschouwer dat de melding niet kan worden aangemerkt als levensbeëindiging op verzoek met het verzoek de melding door te sturen aan de officier van justitie.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
, . 2004/38 Levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk (schriftelijk) verzoek; vervolging terzake van moord c.q. doodslag; overschrijding redelijke termijn ex. art. 6 lid 1 EVRM; OM niet-ontvankelijk. TGVR 28, 369 (2004). https://doi.org/10.1007/BF03056049
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03056049